In opdracht van de van de gemeente Breda heeft het Bureau Cultureel Erfgoed tussen 16 mei en 17 juni 2011 een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op het te ontwikkelen bedrijventerrein Rithmeesterpark.
Dit onderzoek heeft twee vindplaatsen opgeleverd: een Mesolithische en een IJzertijd vindplaats. Zowel het beekdal van de ‘Bijloop’ als van de ‘Bochtloop Zuid’ zijn aangesneden. Ten oosten van de ‘Bochtloop Zuid’ bevindt zich de Mesolithische vindplaats, die zich concentreert op de locatie waar de beide beekdalen samenvloeien. Deze vindplaats is door dit onderzoek nauwkeuriger begrensd. Aan weerszijde van de ‘Bochtloop Zuid’ zijn sporen van gebouwen uit de IJzertijd aangetroffen.
Dit onderzoek sloot aan op de opgravingen die in 2005/06 hier hebben plaatsgevonden,voorafgaand aan de ontwikkeling van wat toen nog bedrijventerrein de Wig heette. Tijdens deze opgravingen werden in de nabijheid van de Bijloop al verrassende vondsten gedaan uit de Steentijd en IJzertijd.
Opgraving Princenhagelaan 2011
Vuursteenvindplaats
Aan de oostzijde van de beek ‘Bochtloop Zuid’ lag een laag met veel vuursteen. Deze laag bleek gedeeltelijk afgeschoven te zijn in de beek waardoor op de rand van de beek het vuursteen gemengd is geraakt met het ijzertijdaardewerk dat in één van de bovenste vullingen van de beek aanwezig was. De vindplaats kan op basis van typologische kenmerken van het vuursteen gedateerd worden in de periode 5300-4400 v.C, op de overgang van het laat Mesolithicum naar het Neolithicum.
De hoeveelheid vuursteen is niet groot, maar wel divers. Mensen hebben hier ofwel een langere, aaneengesloten tijd vertoefd (variërend van enkele dagen tot enkele maanden), ofwel ze zijn hier gedurende een lange periode meerdere keren teruggekomen om verschillende activiteiten uit te voeren. Tot die activiteiten behoren de jacht, het schoonmaken en bewerken van huiden en leer.
Sporen uit de IJzertijd
Aan de westzijde van de kruising van beide beekdalen (werkput 1 en 2) lag een grote afvalkuil vol met aardewerk en houtskool. De diameter van deze afvalkuil is ongeveer zes meter en de kuil was nog 20 centimeter diep. In deze afvalkuil zijn 3641 fragmenten aardewerk gevonden. Het grootste aantal fragmenten bestaat uit kleine sterk gefragmenteerde brokjes aardewerk. 226 fragmenten zijn apart gehouden omdat ze versierd waren of omdat het rand-, oor- of bodemscherven bleken te zijn. De som van het geheel, geeft een datering in de tweede helft van de vroege IJzertijd en midden IJzertijd.
Sporen van diverse gebouwen
Ten westen en ten oosten van het beekdal van de Bochtloop werden een aantal paalsporen aangetroffen die behoorden bij gebouwen of schuren uit de late Bronstijd-vroege IJzertijd. Deze konden gedateerd worden door aardewerkscherven die zich in de sporen bevonden.