In het voorjaar van 1986 heeft er rond de sloop van de verbrande torenromp van Het Fortuijn archeologische begeleiding plaatsgevonden. Het werd uitgevoerd door Henk Muntjewerff met assistentie van enkele leden van de Archeologische Vereniging Breda.
De vondst van een dikke ophogingslaag in de molen gaf de hoop dat veel resten van de oude moleninrichting bewaard waren gebleven.
Opgraving molen het Fortuijn 1986
Bouwgeschiedenis
Het Fortuin heeft tot 1958 dienst gedaan. De karakteristieke molenromp stamde uit 1838. Deze verving een achtkantige molen uit 1712. (zie afbeelding) Daarbij dient opgemerkt te worden, dat deze achtkantige windmolen deels op de resten van een watermolen (gebouwd in 1612) stond. Deze watermolen diende als volmolen waar het laken vervilt werd. In een latere periode werd de watermolen verhuurd aan de zogenaamde velbloters. Deze ontdeden dierenhuiden van het haar.
Watermolen
In een tweede werkput werd de maalkom van de 17e eeuwse watermolen aangetroffen en kon een groot aantal vloerniveaus worden gedocumenteerd. Ook de plaats van de molensluis in de waterloop, de zgn. heul, kon worden gelokaliseerd. Op een terrein achter de molen werden kalkputten ontdekt van de toenmalige velbloterij. Daar werden de huiden van het haar ontdaan.
Meteen na de daadwerkelijke sloop konden de contouren van de watermolen verder worden vastgelegd. De afmeting bedroeg ca. 17 x 10 meter.
De historische achtergronden van de molen het Fortuin vind u hier in het digitale archief van geschied- en oudheidkundige kring 'de Oranjeboom'.