De Groenstraat loopt vanuit de kom van Teteringen in de richting van de Vuchtpolder. De straat loopt om het oude kerkhof van Teteringen heen. Hier stond voorheen de kerk. Het is dus werkelijk een kerk-hof. De kapel, later de kerk, stond dus midden op straat.
De historisch-geograaf Karel Leenders noemt de Groenstraat een beemdenweg. Er waren in Teteringen meerdere beemdenwegen, wegen die naar de beemden leiden. Een beemdenweg loopt meestal dood. Veel van deze wegen hebben een niet nader te bepalen middeleeuwse ouderdom, zegt Leenders.
De toponymist Chr. Buiks vond een vermelding van de Gruynstraet al uit 1531. Volgens hem ontleent de straat zijn naam waarschijnlijk aan het groene gebied, de Vucht, waar de straat naar toe leidt. Groenstraten treft men in de baronie van Breda op verschillende plaatsen aan.
Er bestond volgens Buiks ook een Kleine Groenstraat of een Klein Groenstraatje (vermeld van 1634 tot en met 1767), een van de twee takken van de Groenstraat bij het huidige kerkhof.
Het Bamisstraatje en het Mollenstraatje
Buiks vermeldt ook een Bamisstraatje, in 1715 gelegen in de Mollen, nabij de Groenstraat. Het Bamisstraatje was waarschijnlijk een zijstraatje van de Groenstraat. Bamis is Bavo-mis, 1 oktober. Bamis heeft volgens Buiks meestal een pejoratieve (ongunstige) betekenis: Bamisweer is uitgesproken slecht najaarsweer, een bamiskatje is een augustus geboren katje, dat meestal de winter niet haalt. Zo kan het Bamisstraatje een modderig straatje geweest zijn, dat moeilijk te berijden was. Een ander zijstraatje, in noordelijke richting, was de Mollensteeg of het Mollenstraatje. De Mollincxsteghe in de Gruynstraet wordt vermeld in 1531. In latere jaren wisselt de spelling uiteraard nogal eens. In 1758 wordt het het Mollenstraatje genoemd. Zijn het Bamisstraatje en het Mollenstraatje identiek? Tegenwoordig liggen aan de noordzijde van de Groenstraat geen zijstraatjes meer.