Constantijn Huygens

Personen
1596 tot 1687
090b16e50e0435e5af4474e7c573941a 090b16e50e0435e5af4474e7c573941a

Constantijn Huygens, gravure door W. Delft naar M. Miereveld. (beeldcollectie Stadsarchief Breda)

Staatsman en dichter

Constantijn Huygens behoort met Hooft, Vondel en Bredero tot de grootste Nederlandse renaissance schrijvers. Hij was diplomaat, maar vooral componist en dichter, die in zijn werken een aantal malen zijn liefde voor de stad Breda tot uitdrukking bracht. Hij was tevens secretaris van twee prinsen van Oranje, Frederik Hendrik en Willem II. Hij correspondeerde met de grootsten van zijn tijd, onder anderen René Descartes, Francis Bacon, Pierre Corneille, Antonij van Leeuwenhoek en John Donne.

Terheijden en Breda

Constantijn Huygens werd geboren in 1596 in Den Haag als tweede zoon van Christiaan Huygens (de oude), secretaris van de Raad van State, en Susanna Hoefnagel, een zuster van de Antwerpse schilder Joris Hoefnagel. De vader van Constantijn werd geboren in Terheijden en groeide op in Breda. Constantijn’s moeder kwam uit Antwerpen. In zijn komedie Trijntje Cornelis (1653) gaf Huygens het Antwerps, dat hij kende van zijn moeder in zijn jeugd en de latere bezoeken aan deze stad, zeer fraai en treffend weer. De naam Constantijn verwijst naar de ‘constantia’, de standvastigheid van de stad Breda in de vrijheidsstrijd. De stad was peter bij Constantijns doop. Als pillegift (doopgeschenk) ontving de kleine Constantijn van de stad een verguld zilveren schaal. In 1616 ging hij rechten studeren in Leiden. Zijn studie was vooral bedoeld om maatschappelijke contacten te leggen die hen later zouden kunnen helpen bij het opbouwen van een loopbaan. Hij sloot zijn studie af in 1617 en keerde terug naar Den Haag.

De Illustere School in Breda

Constantijn is secretaris en gezant van diverse prinsen van Oranje geweest. Tevens was hij curator van de Illustere School in Breda. Prins Frederik Hendrik nam in 1646 het initiatief om in Breda een vorm van universitair onderwijs te stichten: de Illustere School. Het instituut werd ondergebracht in het in 1645 door de nonnen verlaten klooster Sint-Catharinadal en moest een protestants cultuurcentrum gaan vormen in Staats-Brabant. De universiteit werd plechtig geopend op 17 september 1646 in de Grote Kerk in tegenwoordigheid van Amalia van Solms, die haar man Frederik Hendrik verving. Deze universiteit bestond helaas maar tot 1669.

Huygens stuurde twee van zijn zonen, de latere staatsman en natuurkundige Constantijn Huygens en de jonge en de geniale natuur- en wiskundige Christiaan Huygens, die aanvankelijk in Leiden studeerden, naar de Illustere School om hun rechtenstudie te voltooien. Zijn derde zoon Philips bezocht ook deze universiteit en ging in 1651 naar Leiden. De jonge Constantijn Huygens bezocht Breda later regelmatig.

De Zeestraat en de Haagweg

In 1617 verscheen voor het eerst een gedicht van Huygens in druk. In 1621 ontstond er een gedichtenuitwisseling met Hooft. Beide dichters probeerden elkaar te overtreffen. In 1667 schreef hij een gedicht over de weg van Den Haag naar Scheveningen, ‘De niewe Zee-straet van ’s Gravenhage op Schevening’. De Bredase dichter Pieter Nuyts (1640?-1709) schreef als antwoord op de ‘Zeestraat’ een gedicht op de ‘Steenweegen van Breda na de Haage en Ginneken’. Deze waren aangelegd in 1683 en de ‘Bredaasche Klio’ werd gepubliceerd in 1697. ’s-Gravenhage moest nu maar zwijgen, zei Nuyts in antwoord op Huygens, want de Zeestraat liep door dorre duinen, terwijl de Haagweg en de Ginnekenweg door vruchtbare akkers en aangenaam groen voerden en omzoomd waren door iepen en olmen. Bovendien waren de Bredase steenwegen bestraat met duurzame kasseien, terwijl de Zeestraat verhard was met armzalige klinkers, om maar te zwijgen van het feit dat de steenwegen eindigden in twee prachtige prinselijke bossen, waar in Scheveningen niets anders was te zien dan een zandig strand, waar de zon onbarmhartig brandde.

Literatuur

J.F. Heijbroek, Met Huygens op reis, tekeningen en dagboeknotities van Constantijn Huygens jr. (1628-1697), secretaris van stadhouder-koning Willem III (Zutphen, 1983).
Constantijn Huygens en C.L. Heesakkers, Constantijn Huygens, mijn jeugd (Amsterdam, 1987).
A.H. Kan en G. Kamphuis, De jeugd van Constantijn Huygens door hemzelf geschreven (Rotterdam en Antwerpen, 1946).
Pieter Nuyts, De Bredaasche Klio (Amsterdam, 1697).
Over helden, schurken en Hadewijch, het geheugen van een stad (Breda, 2002). Twee delen.

Deel dit artikel

Nieuwsbrief

Ook interessant

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven