Zoudtlandseweg, ‘Zoutlandseweg’ (Lies)

Gebieden
1456 tot heden
STR312 Zoudtlandseweg A1708 STR312 Zoudtlandseweg A1708

Huize Zoudtland of Zoutland vóór de Eerste Wereldoorlog. (Foto: Beeldcollectie Stadsarchief Breda id. A1708)

De Zoudtlandseweg, of, correcter, Zoutlandseweg wordt in 1933 voor het eerst het Zoutlandstraatje genoemd. De huidige naam dateert uit 1942. Het fraaie landhuis Zoudtland of Zoutland, waar de weg naar genoemd is, is waarschijnlijk gebouwd aan het eind van de achttiende eeuw. Voorheen stond hier een boerderij. In een van de stijlen van de voormalige boerderij staat het jaartal 1733 gekerfd.

Volgens de toponymist Chr. Buiks wordt deze hoeve al vermeld in 1456 als de Hoeve in Lies. Een andere naam voor deze hoeve was de Kessenichhoeve, zo genoemd in 1499. De Hoeve in Lies moet wel een belangrijke hoeve geweest zijn, als dit dé hoeve van deze buurtschap was. De hoeve was in 1499 eigendom van Lysbeth Anthonissen van Wyfliet en Aert Collaert de Wilde, heer tot Kessenynge. Kessenich is een dorp in het Vlaamse gedeelte van Limburg, niet ver van Roermond.

A pretty little châ­teau’

Later is de hoeve uitgegroeid tot een ‘kasteeltje’, een chateau. Tussen Princenhage en het Liesbos lagen meerdere witte huizen tussen het groen. Het landgoed is in 1811 gekocht door Jan Louis Trip. Hij werd geadmitteerd in de ridderschap van Noord-Brabant bij Koninklijk besluit van 28 maart 1815. Daarna pas werd hij verheven in de Nederlandse adel bij Koninklijk besluit van 31 juli 1816 als Trip van Zout­landt. Hij overleed te Breda in 1822 en ge­bruikte Zoutland als buitengoed. Zout­land is daarmee een van de weinige buitengoederen rond Breda die we zouden kunnen beschouwen als een adellijk goed.

Een korte verwijzing naar Zoutland komt voor in de roman 'A summer in a Dutch country house' van Mrs. A. Traherne, uitge­geven in Londen in 1889. ‘We were to take Zoutlands, a pretty little châ­teau, near Linden­daal, furnish it, and become neigh­bours of my dear aunt and uncle.’ Met Lindendaal wordt hier het ver­dwe­nen landgoed Bosdal bij Prin­senbeek bedoeld, maar mevrouw Traherne kan ook aan het buiten­goed Lindenburg aan de Sprundelsebaan gedacht hebben.

Een levendige beschrijving van het landgoed komt ook voor in de roman 'Lin­dendaal' van Louise Stratenus, uitge­geven in 1890. ‘Op het land­goed (…) is alles in zo­mer­gloed gehuld, de treur­wilgen hangen in den vijver af tot dicht bij de blanke water­lelies; de vogels zwerven onver­moeid heen en weer en de bijen vertel­len elkander in zacht gegons de gehei­men welke zij in het hart der rozen opgevangen hebben. (…) Over het grindpad komen thans luid­krakende wielen aanrollen (...)­.’

Literatuur

Chr. Buiks, Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage, deel 4.11 Lies (Breda, 2018).

‘Huize Zoutland’, in Hage nummer 14, november 1975.

K.A.H.W. Leenders, Cultuurhistorische landschapsinventarisatie gemeente Breda (Breda, 2006). ErfgoedRapport Breda, nummer 1.

Gerard Otten, De straten van Breda (Breda, 1988).

Gerard Otten, ‘Het landgoed Zoutland bij Princenhage in de negentiende en twintigste eeuw’, in Engelbrecht van Nassau, jaargang 1997, p. 248-253.

Deel dit artikel

Nieuwsbrief

Ook interessant

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven