Opgraving Rat Verleghstraat zz. 2010

Archeologie
600 tot 1250
BR 262a 10 3 low BR 262a 10 3 low

Het blootleggen van een middeleeuwe boomstamwaterput.

In het najaar van 2010 werd tussen de Rat Verlegstraat en het spoorbaantracé archeologisch onderzoek uitgevoerd door middel van een langgerekte proefsleuf, voorafgaand een rioolaanleg in de berm tussen straat en het spoor.

BR 262a 10 topo low
BR 262a 10 1824 low
De opgravingsput geprojecteerd op de huidige topografie en op het kadastraal minuutplan van 1824. In grijs het omliggende archeologische onderzoek

Oorspronkelijke landschap

Op het onderste niveau werd het dekzand zichtbaar waarin nog resten van een podzol zichtbaar waren. Vanaf de middeleeuwen heeft zich daarboven een esdek (akkerlaag) ontwikkeld. Bij het doorploegen van deze laag is de onderliggende podzol verspit geraakt. Boven de oude akkerlaag bevonden zich recente ophogingslagen.
Dwars door de put werd de oude geul van de (later gekanaliseerde) Weteringloop aangetroffen. Deze geul was ca. 10 meter breed. Helaas werden daar geen vondsten in aangetroffen. De Weteringloop vormde de scheiding tussen de oude Emerakker en de Huifakker. Dit beekje stroomde uit in het Abroek, een laag gelegen gebied ter hoogte van het voormalige CSM terrein.

BR 262a 10 2 low
Het oorspronkelijke dal van de Weteringloop, herkenbaar als een grijze zone met vochtige iets kleiige grond.

Aangetroffen sporen

In deze werkput werden paalsporen aangetroffen van minstens 2 huisplattegronden, drie spiekers (bijgebouwtjes of opslagplaatsen), een groot aantal kuilen en greppels en een waterput en waterkuil.
Van één van de huisplattegronden wordt verondersteld dat deze uit de Merovingische periode is. De andere huisplattegrond wordt iets later gedateerd nl. in de periode 690-880 na Chr.

BR 262a 10 5
BR 262a 10 3 low
Links de gecoupeerde (paal-)sporen van een middeleeuws gebouw. Rechts het blootleggen van de middeleeuwse boomstam waterput.

De waterput bestond uit een uitgeholde stam van een eik. De geschatte diepte gerekend vanaf het aangelegde opgravingsvlak ca. 2.20 meter. In de vulling van deze put zijn aardewerk scherven gevonden die dateren uit de periode 1000-1200 na Chr. Niet aansluitend dus op de datering van de twee huisplattegronden.
De waterkuil, zonder beschoeiing, lijkt vanaf de Merovingische periode tot in de Karolingische tijd te hebben gefunctioneerd. Van het grote aantal greppels die zijn gevonden is een deel herkenbaar als perceelgreppel op het kadastrale minuutplan van 1824.

BR 262a 10 6
BR 262a 10 4 low
Links het aanzicht van de middeleeuwse boomstam waterput. Rechts middeleeuwse greppels en kuilen tekenen zich af in het schoongemaakte opgravingsvlak

Vondsten

De vondsten zijn te onderscheiden in middeleeuwse vondsten uit de hierboven beschreven bewoningsperioden en jongere vondsten die zijn meegekomen met het stadsvuil dat vanaf de zestiende werd gebruikt om de akkers mee te bemesten. Een verrassende vondst is een kleine ijzeren sleutel, vermoedelijk uit de 12e of 13e eeuw. Aangetroffen als een onherkenbare roestklomp waarin uiteindelijk een gaaf (kist-)sleuteltje verborgen zat.

BR 262a 10 047 MTL2 MT8080a
BR 262a 10 047 MTL2 MT8080b
Links de sleutel zoals deze in een paalkuil werd gevonden. Rechts de schoongemaakte en geconserveerde versie. (foto: restauratie-atelier Restaura , Heerlen)

Deel dit artikel

Nieuwsbrief

Ook interessant

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven