Hoogeindsestraat (Hoogeind))

Gebieden
1561 tot heden
STR329 Hoogeindsestraat 19650256 STR329 Hoogeindsestraat 19650256

We zien hier de Hoogeindsestraat vanaf de Heusdenhoutseweg naar het oosten lopen. Dit alles verdween met de aanleg van de autoweg. Foto: Ben Speekenbrink, 1965. (Beeldcollectie Stadsarchief Breda id.19650256)

De Hoogeindsestraat bestaat nog steeds. Het is een weggetje aan de zuidzijde van de Tilburgseweg, volkomen weggedrukt tussen de autoweg naar Utrecht en het bedrijventerrein Minervum. Een restant van een restant van een restant.

Voordat de huidige woonwijk Heusdenhout gebouwd werd, in 1965, liep de Hoogeindsestraat van de Heusdenhoutseweg, tegenover Weilust, in een wijde boog naar de Tilburgseweg. De autoweg naar Utrecht is aangelegd in 1963. Slechts een miniem deel van de Hoogeindsestraat lag ten oosten van de autoweg, maar hier stond toevallig het enige overblijvende huis. Vandaar dat dit gedeelte de naam Hoogeindsestraat behield.
Om de loop van de straat beter te begrijpen kunt u via de website Topotijdreis de historie van deze straat volgen. Let dan vooral op het restant dat nog op de Tilburgseweg uitkomt.

Op het minuutplan van het kadaster van 1827 staat het straatje aangeduid als Oude Baan van Dorst op Ginneken. De toponymist Chr. Buiks zag de naam Hoogeindsestraat voor het eerst in 1829 vermeld.

Het oude Hoogeind

In 1957 werd een nieuwe straat in de wijk Brabantpark het Hoogeind genoemd. Het oorspronkelijke Hoogeind ligt echter waar nu nog de Hoogeindsestraat ligt. Buiks heeft al vermeldingen gevonden van percelen aan het Hoogeind of op het Hoogeind in Heusdenhout in 1551, 1564, 1627 en later.

De soortnaam ‘eind’ treedt volgens Buiks in zeer veel gehuchtsnamen op in de omgeving van Breda. Vergelijk het Kerkeind (te Bavel), het IJpelaarseind (Bavel), het Hoeveneind (Teteringen), het Moleneind (Teteringen) enzovoorts. Hoogeind betekent dus het hooggelegen gebied aan het einde van de bebouwing.


De Joodse begraafplaats

In 1894 werd aan de Hoogeindsestraat, ten zuiden van de Tilburgseweg, de Algemene Begraafplaats aangelegd van de gemeente Breda. We moeten ons hiervan niet veel voorstellen. De meeste mensen werden begraven op een katholieke of een protestantse begraafplaats. De Bredase Joden werden begraven op de Joodse Begraafplaats op de Vrachelse Heide onder Oosterhout. Elke gemeente was verplicht een algemene begraafplaats te hebben. Alleen arme mensen en mensen die naamloos gestorven waren werden hier begraven. In 1895 werd de begraafplaats in gebruik genomen.

In 1901 ontstond er ruzie binnen de Joodse gemeenschap in Breda. Een gedeelte van de Israëlitische gemeente stichtte een zelfstandige Joodse gemeente onder de naam Oheb Salem. In 1902 ondernam deze gemeente een poging om een gedeelte van de Algemeene Begraafplaats te verwerven. In 1903 werd het Israëlitische deel in gebruik genomen. In de volksmond schijnt men de naam ‘Jodenkerkhof’ gebruikt te hebben. In verband met de naderende aanleg van de autoweg naar Utrecht heeft men in 1958 onderzoek gedaan en de stoffelijke overschotten van de hier begraven Israëlieten overgebracht naar de Israëlitische Begraafplaats onder Oosterhout. Op de plaats van de voormalige begraafplaats ligt nu de autoweg.

Literatuur

J. Bader, “Wat een sieraad kan zijn”, De Nederlands Israëlitische Gemeente Breda (1867-1933) (Breda, 2003).
Chr. Buiks, Veldnamen in de voormalige gemeente Ginneken en Bavel, deel 13, Heusdenhout I (Nieuw-Ginneken, 1985).

Gerard Otten, De straten van Breda (Breda, 1988).

Deel dit artikel

Nieuwsbrief

Ook interessant

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven