door Monique Rakhorst
De Bredase filmproducent Bas Bakker maakt momenteel met zijn team een documentaireserie over de Chocoladefabriek Kwatta. Het gaat om een serie van zeven afleveringen die volgend jaar bij Omroep Brabant te zien zullen zijn. In de serie komen afleveringen voorbij over onder andere de oorsprong, de Tweede Wereldoorlog, het personeel en de verzamelacties van Kwatta. Stedelijk Museum Breda kreeg de vraag inzicht te geven in de Kwattacollectie van het museum. Dat gaf aanleiding om foto’s en objecten te koppelen aan de informatie die bekend is over het personeel tot 1930.
Suriname
Het succes van Kwatta is onder andere te danken aan de cacaoplantages in Suriname. De slavenhandel waarop de cacaobusiness in eerste instantie is gebouwd wordt in 1814 verboden in Nederland. Ruim een halve eeuw later, in 1863, schaft Nederland de slavernij pas af in de West-Indische koloniën. In Suriname werken dan nog minimaal 33.000 slaafgemaakten op de plantages die hun vrijheid moesten krijgen. Slaafgemaakten in Suriname kregen bij de proclamatie van de ‘afschaffing’ van de slavernij op 1 juli 1863 te horen dat ze nog tien jaar verplicht op de plantages en de werkhuizen moesten blijven werken. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen wat er in de praktijk precies veranderde na die periode en hoe het eraan toe ging op de plantages van Joost (Joseph Gustaaf) van Emden, de eigenaar van de Kwatta plantage in Suriname. Hij werd op zijn 22ste directeur van zijn eerste plantage, De Drie Gebroeders. Dat complex was eigendom van zijn moeders familie, de De la Parra’s, en had 700 akkers en 273 slaven.