In de zomer van 2015 is een archeologisch onderzoek uitgevoerd ter plaatse van het nieuwbouwproject Gasthuyspoort aan de Vlaszak. Deze opgravingen hebben nieuwe puzzelstukjes van de historie van de Bredase binnenstad opgeleverd. Aan de kant van de Veemarktstraat zijn bijvoorbeeld restanten van de pijpmakerij van Christiaan Daman aangetroffen. Onverwacht was het aantreffen van twee kuilen met menselijk botmateriaal. Koolstofdatering van het botmateriaal wijst erop dat de mensen hier in de vijftiende of zestiende eeuw zijn begraven op het toenmalige terrein van het Zwart Zusterklooster.
Begraven bij het Zwartzusterklooster
13-12-2019Oud kaartmateriaal toont aan dat de vondstlocatie vermoedelijk nog net heeft behoord tot het terrein van het klooster van de Zwarte Zusters. De Zwarte Zusters, die leefden volgens de Regel van Augustinus, hadden op de hoek van de Molenstraat en de Oude Vest in de zestiende eeuw hun klooster, waar zij zich voornamelijk bezighielden met de verpleging van pestlijders. In het pestregister van 1603 bijvoorbeeld lezen we dat er in het Zwartzusterklooster in dat jaar 233 mensen gestorven zijn aan de gevolgen van de pest, en vanaf september 1603 ook op het terrein van de Zwarte Zusters begraven worden, waarschijnlijk omdat de begraafplaats van het Gasthuis vol was.
Het archeologisch onderzoek wijst uit dat de overledenen in twee grote grafkuilen zijn begraven, en hier zonder kist in zijn geplaatst. Binnen het opgravingsterrein bleken alleen deze twee kuilen aanwezig, maar aangenomen mag worden dat er nog talloze begravingen op het voormalige terrein van de Zwarte Zusters aanwezig zijn. De begraafplaats was immers groter en strekte zich ook verder naar het zuiden uit, onder de huidige bebouwing.
Het menselijk botmateriaal wordt momenteel onderzocht, zodat we meer over de begraven personen te weten kunnen komen. Zijn er mannen en/of vrouwen begraven, hoe oud waren ze toen zij overleden, en zijn er sporen van ziektes of verwondingen op de skeletten aanwezig? Of deze mensen aan de pest zijn overleden, kan het onderzoek van het botmateriaal niet uitwijzen. Vanwege de acute aard van de ziekte laat het geen zichtbare sporen achter op het skelet.