Deze fraaie dreef is de oude oprijlaan (vanaf de Valkenierslaan) van het landgoed Vrederust aan de Overakkerstraat. De oudste omschrijving waarin deze dreef genoemd wordt, dateert uit 1793 en luidt volgens de toponymist Chr. Buiks: 'Eene heere huijsinge: Vreede en Rust, voorsien van verschijde soo booven als beneeden Caemere, (), voorts tuyn, waarin tuijnhuijs, de tuijn omheind gedeeltelijk met dubbelde beukehagen en gedeeltelijk met planke heijninge en voorsien van de beste soort van vrugtboomen, doorplant met opgaande boomen, waar tusschen beyde gelegen is de laan, die op de heere huijsinge aan loopt en voor het grootste gedeelte doorsneden met slingerpaden. met eene groote visvijver daarnevens'.
De Vrederustlaan is een zogenaamde torendreef, georiënteerd op de Grote Toren van Breda. Hij kreeg zijn naam pas bij de annexatie van 1942. Het landgoed is sinds 1952 eigendom van de gemeente Breda en doet sinds 1960 dienst als stadspark. In het verlengde van de Vrederustlaan staat een fraai inrijhek.
Vrederust
Het element rust komt volgens Buiks in de buurt van Breda algemeen voor in namen van buitens, bijvoorbeeld Rustenburg, onder Teteringen, Valkrust in Ginneken enzovoorts. De naam Vrederust drukt een wens uit van iemand, die na een arbeidzaam leven zich terug wil trekken.
Het Bredase landgoederenlandschap
De historisch-geograaf Karel Leenders zegt dat er rond Breda sprake is van een op de stad georiënteerd en intern sterk samenhangend landgoederenlandschap. Hij concludeert in zijn artikel dat van het Bredase landgoederenlandschap voldoende is bewaard om die structuur met zorg in de planning voor de toekomst op te nemen. In het verleden al zijn oude landgoederen gelukkig in de stadsstructuur opgenomen als lanen en stadsparken, zoals hier Vrederust. Door die landgoederen(resten) te rehabiliteren worden historisch verantwoorde groene rustpunten gecreëerd, zegt Leenders. Ook het aanleggen van zichtlijnen op de Grote Toren is een eeuwen oude traditie.