In een pand aan de Grote Markt is tijdens een onderzoek een sleutelstuk uit het einde van de zestiende of het begin van de zeventiende eeuw aangetroffen. Een sleutelstuk is een element van hout dat onder een dragende vloerbalk werd aangebracht. Het diende in eerste instantie om de balk waterpas te maken, later als extra versteviging op de plaats waar de balk in een gemetselde muur wordt gelegd. Timmerlieden maakten er een gewoonte van om de sleutelstukken te decoreren met gesneden, gezaagde en gegutste figuren. Aan de hand van de stijl en vorm van de versieringen kan worden opgemaakt uit welke tijd een sleutelstuk stamt. Daarmee wordt het ook eenvoudiger om een pand te dateren. Er zijn immers geen bouwtekeningen met een datumstempel uit die periode.
In dit geval gaat het om een sleutelstuk met een sober ojiefprofiel (hol en bol). Deze vorm is typerend voor de zestiende en zeventiende eeuw, de periode dat in Nederland de vormentaal uit de renaissance werd toegepast. We weten dus bijna zeker dat dit pand in oorsprong uit deze periode stamt.
Het sleutelstuk bevindt zich in een trapkast en dat is waarschijnlijk de reden waarom het bewaard is gebleven. In de rest van het pand zijn de oude balken namelijk verstopt achter een laag stucwerk. Het sleutelstuk en de balk zijn okergeel geschilderd. Dit is een oude afwerking, maar van oorsprong was het houtwerk waarschijnlijk helemaal niet geschilderd.
Sleutelstuk uit de renaissance
Erfgoedweb is een initiatief van