In het kader van het bestemmingsplan "Buitenwonen aan de Linten" dat voorziet in de bouwmogelijkheden van een aantal nieuwe woningen in het buitengebied, heeft er aan de Sprundelsebaan een proefsleuvenonderzoek plaatsgevonden. De sleuven zijn aangelegd op twee locaties in het plangebied. Historisch gezien maakt het gebied deel uit van de oude "akkers van Lies" juist ten noorden van het gehucht Vuchtschoot. De Sprundelsebaan is een middeleeuwse doorgaande weg die onder Etten door via Sprundel naar het westen doorliep
Opgraving Sprundelsebaan 2010
Gebied 1 De proefsleuven in gebied 1 hebben sporen en vondsten opgeleverd uit de 15e en 16e eeuw. Tevens zijn er een aantal grote paalsporen gevonden (die mogelijk behoord hebben tot een grote dragende constructie. Deze sporen waren door gebrek aan vondstmateriaal niet nader te dateren. Enkele grote kuilen en greppels in het westen (met veel vondstmateriaal) van het terrein doen vermoeden dat deze locatie in de 16e eeuw bewoond was. Echte gebouwstructuren zijn in dit gebied echter nog niet herkend.
Gebied 2 De proefsleuven in gebied 2 hebben sporen en vondsten opgeleverd uit de 14e-16e eeuw. De sporen bestaan uit greppels, kuilen en paalsporen. Er werd ook een vier-palige spieker aangetroffen. De C14-datering van het houtskool leverde een datering op tussen 1410-1260 vC. Het paalspoor en de structuur wordt daarmee gedateerd in de midden bronstijd. In gebied 2 zijn ook drie palenrijen herkend. Palenrij 1 in werkput 1 ligt langs een grote kuil en kan gedateerd worden tot in de late middeleeuwen (14de -15de eeuw). De tweede palenrij ligt in werkput 6 langs een greppel die aansluiting vindt met een greppel die aardewerk uit de 14de-16de eeuw opgeleverd heeft. De derde palenrij is gelegen in werkput 8 middenin een sporencluster. De sporen leverden geen vondstmateriaal op, maar op basis van de oriëntatie kan gesteld worden dat ze behoort tot dezelfde fase als de perceleringsgreppels. Een aantal van de aangetroffen greppels in het gehele onderzoeksgebied zijn op de kadastrale minuutplan van 1824 of op de topografische kaart van 1870 nog te herkennen zijn als perceelgreppels.