Al vanaf de bronstijd werden uitgeholde boomstammen ingegraven als waterput. Men wist dat eikenhout hiervoor het meest geschikte materiaal was. Onder de grondwaterlijn vergaat het nauwelijks en de zone daarboven bleef het relatief lang bestand tegen het onvermijdelijke rottingsproces. Deze eiken boomstamputten zijn door middel van jaarringonderzoek te dateren. De kapdatum van de eik kan eenvoudig worden vastgesteld en daarmee ook het vermoedelijke jaar waarin het hout werd verwerkt tot waterput. De bewoningsdichtheid ten westen van Breda was in de achtste en negende eeuw gering. Het gebrek aan dateerbare vondsten van aardewerk wordt gecompenseerd door goed te dateren boomstamputten. Deze put is door middel van jaarringen gedateerd op de periode 832-840. De kans dat de eik gekapt is in het jaar 840 is groot.
Karolingische boomstamput
Ook interessant
Erfgoedweb is een initiatief van