Boom / Drie Hoefijsers, brouwerij van 1557 tot 1887

Boschstraat (5) - Pondboek 787 – Kadastraal nummer B122


Net buiten de voormalige middeleeuwse stadspoort van Breda stond aan de noordzijde van de weg naar ’s-Hertogenbosch al in 1557 een brouwerij. In 1573 heeft deze brouwerij de naam Den Boom, een naam die wellicht refereert naar de nabij gelegen Gasthuispoort.
Dit perceel grensde in het westen aan de oude stadsgracht. Hierdoor was er altijd voldoende water beschikbaar voor het brouwproces.
|Na aankoop van de brouwerij door Dielis Peter van den Kieboom wordt de naam veranderd in brouwerij de Drie Hoefijzers. Het hoefijzer werd gezien als een brenger van geluk en bescherming tegen heksen en werd vaak aan een deurpost gespijkerd. Sinds 1703 is er ook sprake van een mouterij en azijnmakerij. Een mouterij produceert mout op basis van granen, door het in water te weken waardoor het graan ontkiemt, en het daarna te drogen. Dit proces heet mouten. Mout wordt nog steeds gebruikt bij de productie van bier, jenever, whisky en een aantal voedingsmiddelen.
In 1866 is in het patentregister voor het eerst sprake van de firma F. Smits van Waesberghe. In 1887 wordt de brouwerij verplaatst naar eenn nieuwe locatie aan de Ceresstraat.

3-4-1557

De erfgenamen Henricx van den Corput verklaren dat zij op 17-12-1556 hun deel van het huis met brouhuijs hebben verkocht aan Jacob Anthonis Mathijs en Marie Henrick van de Corput. Zij bezat al haar kindsgedeelte. Het goed is gelegen opt Gasthuijseijnde aen de oude Gasthuijsbrugge, west de oude stadtsvesten, oost Rochus Keijen, achter Cornelis van de Corput erfenisse.

Zoals wijlen Henrick van de Corput en wijlen Lijsbeth Willem Claes, hun ouders deze bezeten hebben en uitgestorven zijn.

2-12-1557

De erfgenamen Henricx van den Corput betalen zijn weduwe Peternellen Gheijlen een lijftocht zo lang als zij leeft, met als onderpand het huis, brouwhuis, hovinge ende erfenisse waar Henrick vanden Corput uitgestorven is, gestaen en gelegen buijten en aan de oude Gasthuijspoorte was opt Gasthuijseijnde neven des stadt vesten waren oft marck op d’een zijde en Rochus Keijen huis ende erven op d’ander zijde, achter streckende aen Cornelis vanden Corputs hovinge en erfenisse, welke huijsinge door Jacop Anthonis Mathijs zone en Marie Henricx vanden Corput van hun medeerfgenamen zijn verkregen

28-3-1565

Jacob Anthonis Mathijs en Marie Henricxen vanden Corput verkopen Sijmone de Bont weduwe van Lambrecht van de Corput een cijns van 19 Kgl. uit hun gehele huis, brouwerij, hovinge en erfenisse opt Gasthuijseijnde bij de oude Gasthuijsbrugge neven d’water oft den stadt oude veste waeren opte westzijde ende Rochus Keijen huijs ende erve opte oostzijde, achterte weten noortwaert comende aen de voors. Rochus Keijen hovinge ende erffenisse

Op 17-12-1569 wordt Marie als weduwe vermeld

1568

Bij de nadering van Alva verlieten velen de stad en onder hen was ook Jacop Anthonius Mathijsz. Waarschijnlijk had hij zich bij de hervormden aangesloten. Zijn vrouw, Maria Heijndricks van den Corput, bleef echter binnen Breda wonen en zette het brouwbedrijf in hetzelfde huis voort, ook later, toen haar man wegens zijn vlucht uit de stad verbannen verklaard was en zijn bezittingen in beslag genomen waren

10-2-1573

Marie, weduwe Jacop Anthonis Mathijs, en haar kinderen betalen een cijns van 19 Kgl. uit haar huijs, erfenisse en toebehoirte aen de oude Gasthuijseijndsche brugge, genaamd Den Boom

6-5-1581

Marie Henricx van den Corput vestigt een cijns op heur huijsinge, brouwerije, hovinge ende erffenisse genaemt den Boom, gestaen aende oude Gasthuijseijntsche brugge, neven de Merck oft water aldaer

1-9-1589

Anthonis, Henrick, Adriane en Magdalena Oomen dochter van wijlen Lijsbeth, alle tesamen en ook voor alle overige erfgenamen van wijlen Jacop Anthonis Mathijs en Marie Henrick van de Corput hun ouders en grootouder, verkopen hun deel van huis, brouwerije, hovinge ende erffenisse Den Boom aen hun broer en oom Anthonis Jacob Anthonis Mathijs gehuwd met Geertruijdt Jacop Janssen. Het goed is gelegen opt Gasthuijseijnde aende oude Gasthuijsbrugge

16-3-1591

Ook broer Lambrecht Jacop Anthonissen verkoopt aan zijn broer Anthonis zijn kindsgedeele van huis en brouwerij Den Boom, gelegen opt Gasthuijseijnde, aende oude Gasthuijsbrugge neven der stadt oude vesten opte westsijde, Rochus Keijne erfgenamen huis en erve opte oostsijde, achter comende aen mr. Wouter des apothekers hoff ende erve

13-1-1605

De mede-erfgenamen van Anthonis Jacop Anthonissen verkopen aan Aerden Aert Roovers, brouwer, en Jacopmijntken Anthonis Jacop Anthonissen, t’huijs, brouwerije, hovinge ende erffenisse genaemt den Boom, opt Gasthuijseijnde omtrent de oude Gasthuijs brugge oft poorte

8-3-1628

Jacopmijne Anthonis Jacobs, weduwe eerst van Aert Aert Roovers en lestmael van Jacop Peeter Buersteedts, verkoopt Dielisen Peeters vanden Kieboom, brouwer, en Cathelijne Peeter Stickers t’huijs, brouwerij, hovinge ende erffenisse genaamd Den Boom opt Gasthuijseijnde.

De verkoopster heeft de helft in 1624 geerft van haar man en zoon.

Dielis veranderde de naam in De Drije Hoeffeijsers. Waarop de eigenaar van de naastgelegen brouwerij De Swaenhals nu zijn brouwerij De Boom ging noemen

22-8-1633

Dielis Peeters van de Kieboom, brouwer in de Drij Hoeffijsers.

In 1639 is hij ouderman van het bierbrouwersgilde. Hij overlijdt op 10-10-1668 te Breda

16-7-1648

Dielis Peeters van den Kieboom, brouwer in den Drije Hoefijsers

28-11-1657

Maeijken Henricx, weduwe Jan Laureijs Spijckers die brouwer was in de Arent, koopt met haar neef Adriaen Jan Meermans van Dilis Peeters van den Kieboom, brouwer, huis en brouwerij met alle brouwgereedschappen vanouds Den Boom en nu de Drije Hoefijsers genoemd, op het Gasthuijseijnde

Van Maeijken Spijckers ging de brouwerij bij testament over op haar nicht Evaertien Verhaer, gehuwd met Adriaen Meerman, brouwer en borgercapitein, die haar nalieten aan hun zoon Johannes Meerman welke in 1702 overleed

26-5-1703

Adriaen Meerman, minderjarige nagelaten voorsone van Johan Meerman coopbrouwer te Breda, verkoopt aan Johannis van Amervoort en zijn echtgenote Cornelia Hulshoudts, een huis, koopbrouwerij, mouterij, brandewijnstokerij, azijnmakerij, stallinge en verder getimmer, hof en erve genaamd De Drije Hoeffijsers op de noordzijde van het Gasthuijseijnde neve en over Gasthuijseijntse brugge en oude stadt veste, neve huis en brouwerij De Roode Swaen van Willem van Amersvoort (broer van Johannes) op de oostzijde en west en achter de oude stadtsveste. Aangecomen dhr. Johan Meerman bij testament van juffr Evertien Verhaer, weduwe Adriaen Meerman, coopbrouwer.

De koper was eerder bierbrouwer te Tilburg en wordt poorter van Breda in 1682. Hij huwt in Ginneken met Margriet Jan Huijgens en hertrouwt na haar overlijden in 1686 met Cornelia Peter Hulshouts. Uit dit huwelijk worden negen kinderen geboren

16-5-1740

Isabella Clara van Amelsvoort, gehuwd met Gerardus Havermans, erft een huis, koopbrouwerij, mouterij, brandwijnstoockerije, asijnmaeckerij, stallinge en verder getimmer, hof en erve, genaamd de Drie Hoefeijsers, aan de noordzijde van het Gasthuijseijnde, aen, nevens en over de Gasthuijseijntse brugge, oost het huis en de brouwerij genaamd de Roode Swaen van de weduwe van de heer docter Daniel van Tilborgh, de oude stads vesten op de andere zijde westwaards en achter

18-7-1778

Isabella Clara van Amelsfoort, weduwe Gerardus Havermans, draagt over aan haar zoon Johannes Gerardus Havermans, coopman, huis, brouwerij, brandewijnstokerij, asijnmakerij en mouterij met alle gereedschapen, mitsgaders tonnen en vaten, genaamd de Drie Hoefeisers gelegen aan en over de Gasthuiseijndse brugge neve huis en brouwerij De Swaen van Dionisius van de Goorbergh oost, de stads oude veste west en achter

1790

Koopbrouwer Johannes Josephus Havermans produceerde in 1790 circa 1700 tonnen bier

1806

In 1806 stond zijn zoon F.C. Havermans als bierbrouwer in het patentregister ingeschreven

5-3-1807

Voor notaris Francois Anne de la Rivière verkoopt Johannes Josephus Havermans, drossaard over stad en land van Breda, aan Johannes Nicolaas Smits, brouwer te Eindhoven, het huis, brouwerij, mouterij en stallinge genaamd De Drie Hoefijzers. Gelegen bij de Bosbrugge aan de noordzijde van het Gasthuiseinde, neven het huis van Johannis Hendricus Nissen oostwaards en de mark of oude stadsvesten op west- en noordwaards, ten pondboek 787. De koop is inclusief de gereedschappen en benodigdheden tot gezegde brouwerije en mouterije behorende, de biervaetwerken en alle andere vaetwerken, onderbakken, bierstellingen, beugelmaten, vaetsloot en vaetgooten, kitten, bierbomen, wagen en doofpotten

4-1807

De aanwezige voorraden gerst, mout, hop (Vlaamse en Heusdenhotuse), eestkolen en mutsaart worden verkocht aan Antonius Johannes Smits

1835

A.J. Smits pre-legateerde wegens ziekte zijn zaken aan zijn beide zoons. De brouwerij in de Boschstraat met een pakhuis aan de Beijerd zou oevrgaan in handen van zoon Jan. Na het overlijden van zijn vader in 1838 werd hij de nieuwe eigenaar

J.N. Smits voerde het ebdrijf volgens het patentregister gedurende de jaren 1835-1843, waarna zijn weduwe de zaak voor 20 jaar in eigendom had. Een lijst met klanten uit het midden van de 19de eeuw geeft aan dat het bier door heel Nederland zijn afzet vond

1863

De jongset zoon Franz H.M. Smits neemt de leiding van de brouwerij op zich, nadat hij was getrouwd met Philomena van Waesberghe uit Hulst

1866

In het patentregister is voor het eerst sprake van firma F. Smits van Waesberghe

1869

F.H.M. Smits staat in het patentregister ingeschrven als bierbrouwer met mouterij voor eigen gerief

1871

Er wordt een stoomwerktuig geplaatst ter aandrijving van verschillende toestellen in de brouwerij

1875

Vanaf dit jaar is de brouwerij de grootste van Breda

1879

Er wordt vergunning verleend voor het bouwen van een bierkelder langs de gehuurde bovengrond van de inmiddels overkluisde oude vest achter zijn huis aan de Boschstraat. Ook werd er een gistkamerje en een kantoortje gebouwd

1883

Het voormalige koetshuis wordt omgebouwd tot pakhuis

1887

De brouwerij wordt verplaatst naar een nieuwe locatie aan de Ceresstraat. We wordt overgeschakeld op produktie van ‘Beijersch’ (Pilsener en Dortmunder) bier. Het bedrijf was toen met 55 werknemers de grootste brouwerij van de provincie.

Zie ook:

Henk Muntjewerff, De kunst van het bierbrouwen door zes generaties Smits te Breda (1807-1968), een industrieel erfgoed, in jaarboek de Oranjeboom, 2004, p.231 e.v.
D.C.J. Mijnsen, De bierbrouwerij “De Drie Hoefijzers” te Breda, in het jaarboek de Oranjeboom, 1972, p.93 e.v.

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven