We kennen de Emerput als een Eldorado voor vogelliefhebbers en natuurlijk als voormalig bezinkput voor het slib dat vrij kwam tijdens de suikerbietencampagnes van de CSM.
Wat veel minder mensen weten is dat de Emerput van oorsprong een zandafgraving is geweest waarbij het vrijgekomen zand gebruikt werd voor de ophoging van een deel van de Vuchtpolder. Dit ging vooraf aan de aanleg van de nieuwbouwwijken die we nu kennen als de Hoge Vucht.
De Vuchtpolder was een heel laag gebied dat ’s winters zelfs onder water kon komen te staan.
Hoe zat dat nou ook alweer? De Emerput.
07-06-2024De keuze om op deze locatie zand te winnen is niet duidelijk. Daar zullen wel geologische overwegingen voor zijn geweest. Wat wel duidelijk is dat het een komvormig laaggelegen gebied was midden in een hoger gelegen akkergebied: de Huifakker en de Emerakker. Op de kaart van 1925 worden de moerassige delen nog aangeduid. Het terrein was dus alleen maar geschikt was voor hooi- of weiland.
In de 15de eeuw was er al een naamgeving van dit gebied, “het venne van de Emer”. Het lag tussen de hoeve (en voormalig kasteel) Gageldonk en het kasteel de Emer.
De naam "Venne" wijst op veen dat in latere tijden door ontwatering of afgraving (turf !) verdween. Op oude kaarten is nog een kanaaltje zichtbaar dat zorgde voor de afwatering van het ven. Dit kwam uit in de Bethlehemloop.
In 1963 ontdekte de historisch geograaf Karel Leenders, als 15 jarige scholier, samen met geïnteresseerde medescholieren, op ca. 3 meter diepte een dikke houtlaag in de wand van de afgraving. Leenders beschrijft hoe hij bij het afdalen in ”het Gat in de Laagwei” langs een smal paadje herhaaldelijk over forse boomstammen moest stappen. Uit een C14 datering kwam kwam vast te staan dat het hout ouder was dan de maximale ouderdom die men toen kon dateren. Dat betekende dat het hout ouder was dan 42.300 jaar !