De stedelijke verordeningen in de late 14de eeuw
- In de laat 14de eeuwse stadsverordeningen was er al sprake van een verplichting tot de aanleg van daken met leien of daktegels. Rieten daken moesten met leem bestreken worden.
- Eenvoudige blusmiddelen waren verplicht: In ieder huis moesten emmers, een watervat, een ladder van 6 meter en een vuurklok aanwezig zijn.
Na 1491 werden de stadsverordeningen verscherpt
- Nieuwe daken alleen nog met leien of daktegels. Daar werd subsidie op gegeven of boetes uitgedeeld bij het niet naleven.
- Er kwamen vier nachtwakers op de toren van de Grote kerk.
- Vier vuurmeesters werden aangesteld.
- Er kwam een blusplicht voor havenarbeiders. Burgers werden betaald bij het vrijwillig mee blussen.
- Er kwamen verrijdbare watervaten die naar de brand gereden konden worden.
Op de afbeelding linksboven, een vroeg 16de eeuwse stadsbrand in Valenciennes, zien we emmers en ladders in gebruik. Op de daken zien we een houten dakbedekking (schindels) en leien. Daaronder een 14de eeuwse vuurklok die ’s avonds over het nagloeiende open vuur gezet kon worden om het verspreiden van vonken tegen te gaan. Dergelijke vuurklokken worden regelmatig in Breda gevonden en zijn een aanwijzing voor een open haardvuur in houten huizen.