De bouwput voor de Q-park garage aan de Markendaalseweg leverde in 2003 een doorsnede door een eiland in de Mark op. Het begrip 'eiland' is overigens betrekkelijk. Het gaat immers om een rivierarm, waarin vervlechting ontstaat.
Drie oude eilanden en een nieuwe weg. (vervolg)
21-12-2018Ontstaan
Van oudsher was de bovenloop van de Mark ten zuiden van Breda een smalle en sterk meanderende regenwaterrivier die zich insneed in het zand. Ten noorden van Breda was de benedenloop van de rivier breed en stroomde langzaam met flauwe bochten door het veengebied. De ondergrond en het reliëf, dat van zuid naar noord daalde, bepaalden de stroomsnelheid en breedte van de rivier.
Ter hoogte van waar nu de zuidzijde van de historische stadskern ligt, ging de snelstromende Boven-Mark dus over in de traag stromende Beneden-Mark. Daarnaast lag er ter hoogte van de Nieuwstraat een zandduin. Dit moet al in de laatste IJstijd opgestoven zijn (zie kaart). De rivier werd gedwongen om meer noordwestelijk een loop te zoeken door het laaggelegen gebied dat wij nu nog kennen als de Gampel. De Mark begon daardoor als het ware te vlechten, waardoor eilanden zijn ontstaan.
Tussen circa 1400 (ontstaan Biesbosch) en circa 1800 (afsluiting bij Dintelse sas) stond de Mark bij Breda onder invloed van getijdewerking. Deze getijdewerking heeft invloed gehad op de bedding van de rivierlopen en op de eilanden: uitslijten van de ondergrond op de ene plek, afzetten van sediment op een andere plek.
Aan de hand van archiefgegevens en historisch kaartmateriaal denken we te weten dat de Mark op deze locatie na de middeleeuwen z'n loop niet meer heeft verlegd, waardoor de eilanden bleven bestaan.
Drie eilanden
Al vanaf de late midddeleeuwen worden er drie eilanden ten zuiden van de historische stadskern beschreven en getekend. Het eiland (afb. links) waarvan in 2003 een doorsnede zichtbaar werd, was in de vroege 17de eeuw in bezit van de familie van Assendelft. Deze invloedrijke familie woonde aan de Nieuwstraat en hun erf liep door tot aan de Nieuweweg. In de archieven is het eiland dan bekend als 'Assendelfts boomgaard'. Het was met een brug vanaf de Nieuweweg bereikbaar. Het eiland was voor deze periode al bekend als de Regenbeemd.
Het middelste eiland stond bekend als de "Beemd" (afb.midden). Vermoedelijk een perceel grasland dat te laag lag en dus te nat was voor iets anders dan weide of hooiland. Ook dit eiland was via een bruggetje te bereiken. Dat gebeurde vanuit de Ginnekenstraat via de 'Beemdgang'.
Het derde eiland was de Bleek die vanuit de Bleekstraat te bereiken was (afb. rechts). In 1610 werd het eiland aangeduid als 'de Grote Bleyck'. Op een bleekweide werden de linnen stoffen of wasgoed 'gebleekt'. Het moest weer een heldere frisse kleur krijgen. Al vanaf 1623 waren de bleekvelden al in gebruik door de bekende wasserij De Zon.