Sigarenmaker en socialist
Na de lagere school, op zijn twaalfde, ging Jan de fabriek in. Hij begon als leerjongen in de sigarenfabriek van Meeuwesen in de Dwarsstraat (bij de Middellaan). Voor zes lange werkdagen per week ontving hij dertig cent. In de fabriek leerde hij ook het socialisme kennen. In 1899 of 1900 sloot hij zich aan bij de socialistische vakbeweging, de Nederlandsche Internationale Sigarenmakers- en tabaksbewerkersbond. De afdeling was ‘geheim’. Later werkte hij op de fabriek van Victor Boes, de fabriek Sumatra, naast de Suikerfabriek, onder wat toen nog de gemeente Princenhage was. Toen Boes er achter kwam dat Meijvis lid was van de socialistische vakbond werd hij met onmiddellijke ingang ontslagen. In 1902 trouwde hij met Helena Ripzaad, meestal Leentje genoemd. Ze kregen veertien kinderen, vier daarvan stierven jong. Bij de volgende sigarenfabriek, Mast van Belle, werd hij ontslagen in 1905, ook weer vanwege zijn lidmaatschap. Een staking van zijn medearbeiders haalde niets uit.
Gemeenteraadslid voor de SDAP
Jan Meijvis woonde nog een tijd in Geertruidenberg en kwam toen weer terug naar Breda. In 1905 werd hij lid van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, de SDAP. Van 1919 tot en met 1941 zat hij voor de SDAP in de gemeenteraad. Hij was ook de stuwende kracht achter de Algemene Woningbouwvereniging. De woningen van deze vereniging tussen de Van Vlietstraat en de Pieter Nuijtsstraat zijn (volgens een gevelsteen) gebouwd in 1923-1924. Jan Meijvis heeft vanaf de oplevering tot aan het einde van zijn leven aan de Van Vlietstraat gewoond. Zijn officiële beroep was altijd nog sigarenmaker. Verder was hij lid van de Bredasche Bestuurdersbond (de vakbondskoepel), de Kolenbond, de muziekvereniging Kunst aan het Volk enzovoorts. Hij gooide in de tijd die hij over had graag een dobbertje uit en was erelid van de Baroniesche Hengelaars. Na de Tweede Wereldoorlog sloot hij zich meteen aan bij de Partij van de Arbeid.
Ereburger
In 1947 werd Jan Meijvis 65 jaar. Hij werd door de PvdA en het NVV (de vakbond) flink in de bloemetjes gezet. ‘Gij hebt uw hele leven getoond dat gij een kerel waart. Trots broodroof en vervolging zijt gij steeds voorwaarts gegaan. Gij zijt geweest de fakkeldrager van Breda en ver daarbuiten.’ De gemeenteraad benoemde hem tot ereburger van Breda. Jan Meijvis zei zelf: ‘Ik heb gedaan wat ik kon. Ik heb heus niet mezelf gezocht en ook niet mijn voordeel. Maar als ik al die ellende zag van de arbeiders, dan moest ik op pad om de mensen de ogen te openen.’ Hij overleed op 15 oktober 1961, 79 jaar oud. Zijn begrafenis op 18 oktober werd een grote manifestatie.
Literatuur
Alex Laenen, Jan Meijvis (1882-1961), een markant socialist (Breda, 1991).
Harry van Raak, 't Roode spook sluipt door Breda, honderd jaar sociaal-democratie in de Bredase politiek (Breda, 2005).
F.A.T.M. van der Vorst, 75 Jaar Algemene Woningbouwvereniging Breda e.o., ‘De moderne oprichting moet zegevieren’ (Breda, 1995).