In de middeleeuwen kende Breda schuttersgilden die de stad moesten helpen verdedigen, gilden van godsdienstige aard, en gilden als verenigingen van beroepsgenoten. Na 1550 is met name de derde groep, de ambachtsgilden, van belang voor de stad. Voor het zelfstandig uitoefenen van veel beroepen was men verplicht om lid te worden van het betreffende gilde. De ambachtsgilden hadden een nauwe band met het stadsbestuur: Dat gaf ambachtsbrieven uit waarin de regels voor de beroepsgroep en de organisatie van het gilde waren vastgelegd, zoals hier het gilde van de vissers. De oudst bekende verordeningen zijn die voor de kleermakers uit 1388. Regels voor mensen die een bepaald beroep uitoefenden zijn er voor die tijd zeker geweest, maar pas vanaf die tijd begonnen de gilden zich te ontwikkelen. De ambachtsgilden werden definitief afgeschaft in 1818.
Gilden
Erfgoedweb is een initiatief van