Den Wolf / de Wolff, brouwerij van 1546 tot 1835

Ginnekenstraat 38-38A - Pondboek 999 – Kadastraal nummer A779

Het huis Wolf stond aan de westzijde van de Ginnekenstraat. Het pand is al bekend omstreeks 1500 en is vanaf 1532 bekend onder de naam Wolf. De naam is mogelijk een verwijzing naar het dierenepos ‘Van den vos Reynaerde’.
In die tijd lag het perceel buiten de stadsmuren op het Ginnekenseind. Het perceel grensde aan de achterzijde aan de Mark, wat gunstig was voor de aanvoer van grondstoffen en de afvoer van producten. Bovendien was daarmee altijd voldoende water beschikbaar voor het brouwproces.
Vanaf 1546 is er sprake van een mouthuis en brouwhuis. Vermoedelijk werd hier gebrouwen voor eigen gebruik. Een mouterij produceert mout op basis van granen, door het in water te weken waardoor het graan ontkiemt, en het daarna te drogen. Dit proces heet mouten. Mout wordt nog steeds gebruikt bij de productie van bier, jenever, whisky en een aantal voedingsmiddelen.

In de 17de eeuw bevond zich op dit perceel een oliemolen. In 1690 komt de brouwerij in handen van de bekende Bredase koopbrouwer Leonard van Erfrente. Tussen 1714 en 1785 is er naast de brouwerij ook sprake van een azijnmakerij in het pand. In 1835 verkoopt Jan Carel van Naerssen als laatste brouwer in dit pand zijn brouwgereedschap, waarmee er een eind komt aan de brouwactiviteiten op dit perceel.

Zie ook: Henk Muntjewerff, De kunst van het bierbrouwen door zes generaties Smits te Breda (1807-1968), een industrieel erfgoed, in jaarboek de Oranjeboom, 2004, p.231 e.v.

1-12-1524

Jan van Belooij verkoopt aan zijn zoon Henricken van Belooij een huijs en erve opt Ghinnekenseijnde

20-12-1546

erfg. Henricx van Belooij verkopen aan Fransen Jacops zone van Baerle, de huizjinge, mouthuijs, brouhuijs, hovinge ende erffenisse genaamd den Wolf

24-6-1549

Anne Frans Jacops van Baerle weduwe erft de huijsinge geheijten de Wolff gedect sijnde met rijeten dack opt Ghinnekenseijnde

19-2-1560

Anne Henricx van Eijndmer, nu gehuwd met Frans Boge, verkoopt Cornelis Jan Merten Cornelis, timmerman, huijs de Wolff met achterhuijs opt Ghinnekenseijnde neve de kopers huijs hem tevoren toebehorend noord en Jan Adriaen van der Mijl huijs zuijd. Achter west de marck.

14-1-1594

Kinderen wijlen Cornelis Marten Cornelissen verkopen aan hun broer Frans huijs de Wolff met achterhuijs. Hij is timmerman.

25-3-1619

Frans Cornelis Frans Martens van Rijckevorssel. Mr. Stadstimmerman, nieuwe muur op erf van zijn huis op de westzijde opt Ghinnekenseijnde. De sijde mueren van des voors, Frans Corn., brouwhuijs wederom inden nieuwen gevel moeten wercken

Franchoijs Cornelissen in 1625 ca. 68 jaar oud, stadsmeester timmerman, wonende te Breda. In 1624 is hij ouderman van het timmerliedengilde

Cornelis Franssen van Rijckevorssel was gehuwd met Cornelie van Dun. Beide overleden in of voor 1625. Hun kinderen Cornelis en Frans waren nog minderjarig

22-09-1639

Franchois Cornelis Fransen van Rijckevorsel, zijn grootvader Franchois Cornelissen van Rijckevorssel en Jan Franssen zijn oom

14-01-1643

Franchois Cornelis van Rijckevorsel de jonge trouwt in 1640 met Catharina Aertsen van Loon. In 1643 wordt hij vernoemd als olieslager van beroep

12-10-1658

Franchoijs Cornelissen van Rijckevorssel stelt ten onderpand zijn huijsinge, achterhuijsinge, oliemolen, hoff ende erve met sijne toebehoorte genaemt den Wolff even huis de Trompet noordwaards en huis den Posthoren zuidwaards, achter te weten west comende tot aenden marck aldaer

9-1-1671

De voogden van de weeskinderen van Frans Cornelis van Rijckevorssel en Catharina van Loon, met namen Cornelis en Arnoldus, verkopen Johannes van Dongen, lacencooper, huijs, erve, mouterij, huijsbrouwerij, stalle, schure ofte packhuijs met vrije poort met olimolen de Wolff opt Ghinnekenseijnde neve huijs de Trompet van Jenneken Hendricx weduwe Claes Claes van Overvelt huijs noord en huijs de Posthoren van Antony van Doren zuijd.

2-5-1678

Johannes van Dongen, weduwnaar Dingena van Dalen, verkoopt Jenneken Knollaerts, weduwe Pieter van Gastelaers, huijs, erve, mouterij, huijsbrouwerij, stalle, schure ofte packhuijs, plaets waar de schuer van de olimolen heeft gestaan genaemd de Wolff neve huijs de Trompet van Jenneke Henricx, weduwe van Claes Claes van Overvelt noord en huijs de Posthoren van Cornelis Govert van den Burght zuijd

12-5-1682

Kinderen en erfgenamen Pieter Gastelaers verkopen Leonard van Erffrente ,weesheer en coopbrouwer, huijs, mouterij, huijsbrouwerij, stalle, schure ofte packhuijs opt Ghinnekenseijnde genaamd de Wolff

Pieter Cornelis Gastelaers was marktschipper op Rotterdam. Zijn broer Cornelis was dit op Amsterdam. Cornelis is voogd over de kinderen van broer Pieter en koopt in 1679 van de kinderen hun damschuijt die hij in gebruik heeft

14-2-1690

Leonard van Erffrente, coopbrouwer, verkoopt Michiel Heijblom, brandewijnstoker en huijsbrouwer, het huijs met mouterij en huijsbrouwerij de Wolff neve huijs en brouwerij de Posthoorn van Cornelis Geerit van de Burght zuijd en huijs de Trompet van de kinderen en erfgenamen Claes Claes van Overvelt noord

20-3-1714

Willem Roovers en Cornelis Heijblom wonend Geertruijdenbergh als toesiender van de onmondige kinderen wijlen Michiel Heijblom, coopman wa, in eerste huwelijk verweckt aen Elisabeth Roovers met namen Adam, Adriana, Anna Maria en Johannes. En Cornelia Heijblom gehuwd met Frederick Zorreth, vaendrig. Verkopen alle als erfgenamen van Michiel Heijblom aan Franciscus Xaverius Heijblom, huijsbrouwer gehuwd met Maria Theresia Roovers huijs, brouwerij, mouterij, azijnmaekerij, packhuijs en stallinge de Wolff op de westzijde van het Ghinnekenseijnde neve huijs en brouwerij de Posthoorn van Dirck Olislagers zuijd en huijs de Trompet die vercoopers behouden noord.

Franciscus Xaverius Heijblom geboren Geertruijdenbergh, huwt 3-2-1713 met Maria Theresia Roovers weduwe Gerardus van Welt.
Hendrick Cuijpers wordt in 1724 genoemd als één van de marktschippers op Rotterdam

7-7-1739

Gerardus Christoffel van Welt, rooms priester in Rijsbergen en zijn broer Johannes Franciscus van Welt huijsbrouwer, kinderen en erfgenamen wijlen Maria Theresia Roovers en de voogd van Adriana Cornelia Heijblom in tweede huwelijk bij Franciscus Xaverius Heijblom verkopen Hendrick Cuijpers huijs, brouwerij, mouterij, azijnmaeckerij, packhuijsingen, stallinge, kuijphuijs de Wolff neve huijs de Posthoorn van Barent van Doesburgh zuijd en huijs de Trompet van Laurentius van der Borst noord. Prijs 8000 gld.

22-8-1743

Anna Holswilder, weduwe geeft over aan haar zoon Jacobus Cuijpers, huijsbrouwer, huijs met mouterij, brouwerij en azijnmakerij de Wolff neve huijs de Posthoorn van erfgenamen Barent van Doesburgh en huijs de Trompet van Laurentius van der Borst noord.
Jacobus Cuijpers is gehuwd met Maria Fijnenbuick. Jacop Kuijper is schout van Hoeven en St. Maartenspolder. Hij is in 1771 overleden. Zoon Hendrick, gedoopt 9-4-1744, is secretaris in De Hoeven maar woont in Breda. Katrina Maria Fijnenbuik is gedoopt op 15-6-1718 als dochter van Willem Fijnenbuik, marktschipper op Rotterdam, en Marijke Wittens.


10-5-1774

Hendrick Kuijper, borgercapitein, als procuratie hebbend van zijn moeder Catharina Maria Fijnenbuik, weduwe Jacop Kuijper verkoopt Cornelis Kostermans huijs, brouwerij ,mouterij, azijnmakerij, pakhuijsingen, stallingen en kuijphuijs De Wolff neve huijs De Posthoorn van Jan Baptist van Reuth zuid en huijs De Trompet van de erfgenamen Laurentius van der Borst noord.

28-9-1785

Cornelia Segboer, weduwe Cornelis Kosterman, en Hendrick Kosterman, raad van Breda, verkopen Anna Kuijper, weduwe van Frederick Revixit van Naerssen in leven ontfanger van Roosendaal, huis op de Ginnekenstraat met brouwerij, mouterij, asijnmakerij, pakhuis, stallingen, kuiphuis, graansolders, hoff, plein en erve De Wolff, inclusief brouw en andere gereedschappen, brouwkuipen, vaatwerk. Neve De Posthoren van Jan Baptist van Reuth zuid en noord huis De Trompet van erfgenamen Laurentius van der Borst.

Anna is een dochter van Jacop Kuijper gedoopt 17-11-1740. Na haar huwelijk met Frederick Revixit op 9-7-1764 in Breda gaan zij in Roosendaal wonen. Anna overlijdt in Dongen op 29-4-1813

Door vererving komt het huis en brouwerij in handen van hun zoon Jan Carel van Naerssen. Jan is gedoopt te Roosendaal op 21-4-1765 en gehuwd met Elisabeth Barbara Bruininga

In 1823 bedroeg de jaarproductie nog 1000 vaten, ruim 11% van de totale Bredase productie. Zes jaar later was dit afgenomen tot 600 vaten. Tegen die tijd is Jan Carel van Naerssen werkzaam als wethouder van Breda.

18-9-1835

In 1835 is de productie afgenoemen tot slechts 121 vaten. Jan Carel verkoopt zijn brouwgereedschap. Dit is het einde van de brouwerij de Wolff. Hij is overleden op 7-6-1838 in het Bleekstraatje in Breda.

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven