Het Vergulde Comptoir / Bijl / Gecroonde Bijl / Kroon / Keizerskroon, brouwerij van 1618 tot 1756
Ginnekenstraat (1) – Pondboek 412/1096A – Kadastraal nummer B942
Waar tegenwoordig de straat de Houtmarkt loopt bevond zich vroeger de begrenzing van de ommuurde middeleeuwse stad, met aan de zuidzijde van de muur de stadsgracht of oude vest. Aan de zuidzijde van de Eindstraat stond de Ginnekensepoort met aansluitend de Ginnekensebrug over de oude stadsgracht. De Houtmarktstraat heette ook wel achter Mozes, naar het gelijknamige huis op de hoek van de Eindstraat.
In 1610 geeft de stad Breda een leeg erf uit gelegen aan de Ginnekensebrug, aan de noordzijde van de stadsgracht. Dit erf wordt door Michiel Leonard Cornelis van Erffrenten bebouwd. Enkele jaren later is ter plaatse voor het eerst sprake van een brouwerij met als naam het Verguld Comptoir. Al snel wijzigt de naam naar Bijl, later ook wel Gekroonde Bijl. De ligging aan het water van de voormalige stadsgracht was gunstig voor de aanvoer van grondstoffen en de afvoer van producten. Bovendien was daarmee altijd voldoende water beschikbaar voor het brouwproces.
In 1669 wordt een deel van de goederen verkocht aan brouwer Cornelis van Erffrenten, die brouwerij den Aker aan de zuidzijde van de oude stadsgracht bezat. Het resterende pand heeft hierna de naam de Kroon of de Keizerskroon. Het pand is zeker tot 1756 in gebruik als mouterij. Een mouterij produceert mout op basis van granen, door het in water te weken waardoor het graan ontkiemt, en het daarna te drogen. Dit proces heet mouten. Mout wordt nog steeds gebruikt bij de productie van bier, jenever, whisky en een aantal voedingsmiddelen.
8-11-1610 |
Dionijs Piggen, burgemeester, verkoopt namens de stad Breda aan Michielen Lenaert Corn. van Erffrente sone, timmerman, de plaatse oft erve neven deser stadts oude vesten aen de Ginnekenseijntsche oude brugge aenden sijde vande binnenstadt, aen doostsijde vande oude brugge aldaer om daerop een nieuwe huijsinge van twee viercant hoogh (dus met een verdieping erop) en lang omtrent 3 roeden (ca. 17 m) te zetten. Te weten sal de erve soo boven de oude vesten als voor opten steenwech breet sijn twintich voeten (ca. 5,69 m). De achtermuur moet 1 voet buiten de boog van de brug blijven, om de doorgang voor de scheepvaart niet te beperken En sal de voors. erve van voor achter ter vleeschhalle waert lang wesen in alles acht roeden (45,5 m). Michiel mag de waterloop komende uit de Eindstraat en aflopende aan de oostzijde van de brug niet belemmeren. Verder moet hij op eigen kosten een trap maken voor de buurtbewoners, om water te haelen, wasschen ende wringen uit de oude vest. |
14-7-1612 |
Michiel Lenaert Cornelissen van Erffrente heeft een schuld en verbindt als onderpand zijn huis en erve die hij in desen jaere 1612 nieuwt getimmert heeft ende geloeft voorts te voltimmeren, aan de Ghinnekenseijntsche oude brugge op de noordzijde van de oude vest |
25-10-1618 |
Michiel Lenaert Cornelis van Erffrente heeft een schuld en verbindt hiervoor zijn huijs, brouwerij en erfenisse genaamd Het Vergulde Comptoir met achterhuijs en timmerlogie aen de oude Ghinnekenseijntsche oude brugge, gelegen langs de stads oude vesten op de eene zijde en de straete loopende neve of tussen deze huijsinge en de huijsinge van de weduwe en erfgenamen van Jan Mathijs Dijrven op dandere |
8-3-1623 |
Michiel Lenaert Cornelis van Erffrente, brouwer, verbindt zijn huis, achterhuis en brouwerij genaamd De Bijl, aen de oude Ghinnekenseijndse Brugge aen de oostzijde de oude veste. |
11-10-1632 |
De erfgenamen van Michiel Lenaert Cornelis van Erfrente verkopen Aerds Jopssen woonend in s’Princenlandt, huis en brouwerij en erfenisse met twee achterwoningen genaemd De Gecroonde Bijl, gelegen aen de oude Ghinnekenseijntsche brugge, west de straet loopend naer de Ghinnekense poorte, noord de straet loopend na de oude vleeshal en oost en zuijd de reviere oft Marck daeruijt deselve huijsinge opgemetst oft gebauwt sijn. Verkopers hadden dit van hun ouders geerfd |
3-10-1642 |
Jan Aert Joppen Drinckveld, jongman namens Aert Joppen Drinckvelt zijn vader wonend Princenlant en ook voor de 3 onmondige kinderen Aert Joppen daer moeder af was Adriaentke Huijbreghts, Aert leste huijsvrouw, verkoopt aan zijn broer Adriaen Aert Joppen Drinckvelt, capiteijn vande borgers ende brouwer alhier, de huijsinge, brouwerije, achterhuijsinge ende erve met alle haere toebehoorte genaemt het Bijlken, gelegen Ginnekensijntsche brugge, oistwaert ende suijtwaert neven den marck ofte oude stadsvesten, westwaert aende voors. brugge of straat ende noordook aan de straat |
28-10-1647 |
Cornelis Michiel van Erffrente, brouwer in den Aecker, verklaart op verzoek van Adriaen Aertssen Drinckvelt, brouwer in De Bijl, dat hij op 13-10-1647 heeft gezien dat Abraham Commeren, veerman van het fort en dorp Terheijden, in zijn schuijt heeft geladen bier tot de brouwerij de Bijl |
14-7-1664 |
Adriaen Drinckvelt, brouwer en tienraadsman, heeft een schuld bij Willem Lips. Hij verbindt als onderpand zijn huis, brouwerije en erve genaamd de Bijl, met twee achterwoningen, gelegen aan de oude Ghinnekenseijntse brugge omtrent Moisses, zuid aan het water aldaar, noord de straat genaamd Mioijses |
6-3-1665 |
Adriaen Drinckvelt, stadhouder van Princelant en nog in Breda woonend, verhuurt Joannes van Dongen, laeckencooper huijs De Bijl aen de oude Ghinnekenseijndsebrugge. Uijtgesondert de brouwerij en het stalleken daerachter staend. |
25-3-1666 |
Adriaen Aertssen Drinckvelt verkoopt aan Willem Cornelis Rovers en IJken Sprongh, het huis met de mouterije, scheijdende opden muer van de brouwerije, zoals hier mede overgevest, de pleijne, somerkeucken, stallinge ende evre ende gehele poort uitkomend op ’s heeren straat bij Moises, genaamd de Bijl, aan de Ginnekenseijntsche brugge, oost de brouwerij de die verkoper behoud, zuid de Merck oft oude stadsvesten, west de brug of straat en noord de straat |
25-3-1666 |
Willem Cornelis Roovers debet Willem Lips schepenschuldbrief van 1900 gld en verbindt zijn huijs De Bijl. Hij gehuwd met Ida Jacob Sprongh |
21-6-1669 |
Adriaen Aertssen Drinckvelt verkoopt aan Cornelis van Erffrenten, brouwer, de gewesene brouwerije mette twee achterwoninge en erve, bij de oude Ghinnekenseijntse brugge omtrent Moises, achter de huijsinge de Bijl nu de Croon genaamd, voor desen verkocht aan Cornelis Roovers, oost en zuid de Merck ofte oude stadstsveste, west de huijsinge de Bijl, noord de straat. Zie verder bij brouwerij de Aker aan de Ginnekenstraat |
18-9-1683 |
De erfgenamen Willem Roovers verkopen aan hun broer Jacobus Roovers, koopman, en zijn vrouw Maria Heijblom 2/3 van de huijsinge, mouterije, pleijne, somerkeucken, stallinge ende erve met de geheele poorte uitkomende aan de straat bij Moises, tegenwoordig genaamd de Kroon, aan de Ginnekenseijnse Brugge, oost de huisinge ofte mouterije van Leonard van Erffrenten, zuid de Mark of oude stadsvesten, west de brug of de straat en noord de straat |
8-1-1691 |
Jacobus Roovers, weduwnaar en erfgenaam van Maria Heijblom, verkoopt aan Michiel van Ravenswech, coopman, eene huijsinge, stallinge, pleine, somerkeucken ende erve met de gehele poort uitkomend op de straat bij Moijses, aan de Ginnekenseijntsche brugge, oost de huisjnge oft mouterije van Leonard van Erffrenen, zuid de Marcque ofte oude Stadtsvest en het bierkruijers huijsken, west de brug en noort de straat |
6-1-1706 |
Cornelia van Steenbergen, weduwe van Michiel van Ravenswegh zijn behoud moeder, verkoopt aan Cornelis van der Vloet, mr. brootmaecker, en Lucia Block, eene huijsinge, stallinge, pleijne, somerhuijsken ofte keucken ende erve, mette geheele poorte vuitjcomende aen s’heeren straet oft houdtmarkt achter Moijses, van ouds genaamd de Bijl en nu de Keijsers Croon, aan de Ginnekenseijntse brugge, oost de huijsinge ofte mouterije en erve van Leonard van Erffrenten, zuid de Mark of oude stadts vesten en het bierkruijers huijske, mitsgaders de huijsinge daer boven van dhr. van Erffrenten, west de brug en noord de straat en houtmarkt |
29-4-1720 |
Lucia Block, wed. Cornelis van der Vloet, verkoopt aan Adriaen van Woensel en Isabella van Heesewijck, eene huijsinge, stallinge, pleijne, soomerhuijsken ofte keucken, est en mouterije en erve met de gehele poort uitkomend aan de Houtmarkt achter Moijses, van ouds de Bijl en nu de Keijserscroon, aan de Ginnekense brug oost, de huisinge of mouterije van Antonij van den Broek, zuid de Mark ofte oude stadst evste en het biercruijdershuijsken, mitsgaders de huisinge daar boven van de heer van den Broek, west de brug en noord de straat en de Houtmarkt |
21-1-1723 |
Isabella van Heesewijck, wed. Adriaen van Woensel, erft een huijsinge, stallinge, pleijne, keuken etc, mouterije en erve met de gehele poort uitkomende aan de Houtmarkt, achter Moijses van ouds genaamd de Bijl en nu de Keijsers Kroon, aan de Ginnekenseindse brug, oost de huisinge oft mouterije voordesen Antonij van den Broeck, zuid de mark oft oude stads vesten en het biercruijers huisken, mitsgaders de huisinge daer bovens van de erven van den Broeck, west de brug en nog de Houtmarkt |
23-12-1734 |
Isabella van Heeswijck, weduwe van Adriaen van Woensel, heeft een schuld en stelt als onderpand onder andere haar huisinge, stallinge, somerhuijsken ofte keuckenest en mouterij en erve met de geheele poorte, uitkomende aan de Houtmarkt, achter Mooses, van ouds genaamd de Bijl en nu de Keijserskroon, aan de Ginnekenseijndse brug, oost de huijsinge ofte mouterije van Antonij van den Broeck, zuid de Mark en het biercruijers huijsken, west de brug en |
18-11-1753 |
Isabella van Woensel, huisvrouw van Johan Casper de Paravisini de Capelli en Johan David de P de C betalen ieder de heltft van de schuld van haar moeder en worden eigenaar |
23-12-1756 |
Isabella van Woensel, weduwe van Johan Casper de Paravisini de Capelli, verkoopt aan Roelandus Buijsen, koopman in laken, een huis, stallinge, pleijne, koetshuijs, mouterij en erve met de gehele poorte uitkomende aan de Houtmarkt achter Moses, van ouds genaamd de Bijl en nu de Keijsers Kroon, aan de Ginnekenseijntse brugge, oost de huisinge of woninge van de kinderen en weduwe van Antonij van den Broeck, zuid de Marke of oude stads veste en bierkruijders huisje, west de straat, noord de Houtmarkt of straat |
10-5-1787 |
Roelandus Buijsen, koopman, erft van zijn vader Gijsbertus Bernardus Buijsen, lakenkoopman, zijn huijzinge, werkhuijzinge, winkel en erve waar hij al in woont. Inclusief de stalling en chaishuis, staande aan de noordzijde van de Houtmarkt agter Mozes |