Teerpot, brouwerij van 1627 tot 1690
Haagdijk 132 – Pondboek 1371 – Kadastraal minuutplan A203
Het pand Haagdijk 132 ligt aan de noordzijde van de Haagdijk.
In 1627 is hier voor het eerst sprake van een brouwhuis. Het perceel grensde in het noorden aan het riviertje de Donk. Deze ligging was gunstig voor de aanvoer van grondstoffen en de afvoer van producten. Bovendien was daarmee altijd voldoende water beschikbaar voor het brouwproces.
In 1661 wordt dit pand de Tarpot of Teerpot genoemd. Ook wordt een oudere naam vermeld, te weten de Mouterij.
In 1690 is er ook sprake van een mouterij behorend bij dit pand. Een mouterij produceert mout op basis van granen, door het in water te weken waardoor het graan ontkiemt, en het daarna te drogen. Dit proces heet mouten. Mout wordt nog steeds gebruikt bij de productie van bier, jenever, whisky en een aantal voedingsmiddelen.
Na dit jaar is er geen vermelding meer van een brouwerij of mouterij bij dit pand.
1-8-1560 |
De erfgenamen van Adriaen Peter Aerts en Marie Jan Peter Jan Zeijssemaeckers verkopen aan Adriaen Jacob Adriaens, gareelmaecker, 2/3 delen van het huijs en erf van een huis op de Haagdijk. Zelf had hij al het resterende deel. |
13-7-1565 |
De erfgenamen van Adriaen Jacob Adriaens verkopen aan Jannen Cornelis Henricx van Ceters het geheel huijs en erf met de hof daar achter |
28-12-1575 |
Jan Cornelis Henricx van Ceters verkoopt aan Anthonis Joseph Anthonissen, schoenmaker, en aan Cornelie Joost Willem Rombouts, weduwe van Joseph Anthonissen zijn moeder, het geheel huijs en erf met de hof daarachter, gestaan op de Haagdijk naast het manhuis |
1-9-1604 |
De erfgenamen van Adam Cornelissen de Graeuw en Anna Dielis IJsaacx verdelen de erfenis. Bij deze deling krijgen de kinderen van Anthonis Josephs een nieuw getimmert huijs, hof en erf gestaan op de Haagdijk tegenover de Cuijpe |
7-3-1605 |
De erfgenamen van Anthonis Joseph Anthonissen verkopen aan Cornelisen Anthonis Anthonis Sgraeuwen een huijs en erf met de hof daar achter Zij hadden dit geerfd van hun oude vader Adam Cornelis de Graeuw |
6-5-1627 |
De erfgenamen van Cornelis Anthonis Sgraeuwen verkopen aan Wiericken Henrick Janssen van Chaem, cuijper, het huijs, achterhuijs, brouhuijs, hof en erf, gestaan op de Haagdijk naast de erfgenamenvan Anthonis Jacop Lips huijs en erf, achter noord komende aan de Donckvaert |
20-1-1661 |
Marie Wirick Henricx verkoopt aan Margriet Laureijssen van Galder het huijs, achterhuijs, brouwhuijs, hof en erf, eertijts de Mouterij en nu den Tarpot |
3-1-1690 |
De erfgenamen van Jan Peeters van Bael en Margrita Laureijsen van Galder verkopen aan Peeter Hoeijmans een welgelegen huijsinge, achterhuijsinge, huijsbrouwerij, mouterij en grote mooie hof daarachter en met de vrije gang daarw estwaards naast, voorheen genaamd de Mouterij en nu den Tarpot, gestaan aan de noordzijde van de Haagdijk naast het huijs en erd van de erfgenamen van advocaat Lips west en huijs en erf van de erfgenamen van Peeter van Gevenberch oost, achter noord met de hof komende tot op de Merck. De verkoop is inclusief de instrumenten en gereedschappen in de brouwerij |
26-3-1718 |
De erfgenamen van Peeter Hoeijmans verkopen aan verkopen aan Maria Gastelaers, weduwe van Frederick Veddens en koopvrouw, een huijsinge, zes agterwooningen, stal, hof en erf genaamd den Terpot, gestaan aan de noordzijde van de Haagdijk naast de huijsinge en erf van de erfgenamen van Peeter Mulder oost en de huijsinge en erf van de erfgenamen van Jacobus van Zundert west, achter noord komende tot op de Marcke de Donck. |
6-6-1720 |
De erfgenamen van Maria Gastelaers verdelen de erfenis. Haar dochter Pietronella Veddens krijgt onder andere de huijsinge, zes agterwooningen, stal, hof en erf genaamd den Teerpot, gestaan aan de noordzijde van de Haagdijk naast de huijsinge en erf van de erfgenamen van Pieter Smulder oost en de huijsinge van de erfgenamen van Jacobus van Zundert west, achter noord komende op de marcke de Donck aldaar |
25-1-1749 |
De erfgenamen van Jacobus van Vechelen en Johanna Veddens en ook erfgenamen van hun tante Pieternella Veddens verdelen de erfenis. Hun zoon Johannes van Vechelen verkrijgt onder andere de huijsinge, zes aghterwooninge, stal, hof en erf genaamd den Terpot gestaan aan de noordzijde van de Haagdijk. Hij is schout van Zundert en Rijsbergen. |
14-10-1751 |
Johannes van Vechelen verkoopt aan Johan Spaenhove en Johanna Lucas de huijsinge, zes aghterwoningen, stal, hof en erf genaamd de tarpot, gestaan op de norodzijde van de Haagdijk |
6-1-1762 |
Jan van Spaenhove en Johanna Lucas verkopen aan Johannes Ambrosius van den Bergh en Goverdina Oomen een huijsinge met zes agterwoningen, stal, hof en erf genaamd den Tarpot, gestaan aan de noordzijde van de Haagdijk naast de huijsinge en erf van Johannes de Mooij west en huijsinge van Nicolaes Meijer oost, achter noord met de hof tegen de Donkvaart |
1-10-1788 |
Goverdina Oomen, weduwe van Johannes Ambrosius van den Bergh, verkoopt aan Petrus Josephus Maas en Catharina van Oosterhout de huijsinge, zes agterwooningen, stal, hof en erf genaamd de Tarpot, gestaan op de noordzijde van de Haagdijk naast de huijsinge en erf van Catharina en Antonia Zweens west en de huisinge en erf van Nicolaes Meijers oost, achter noord komende met de hof tegen de Donkvaert |
10-3-1804 |
Willem Nooijens, weduwnaar Catharina van Oosterhout die weduwe was van Petrus Josephus Maes, verkoopt aan Bartholomeus Vermeulen de huijsinge, zes agterwooningen, stal, hof en erf genaamd den Tarpot, gestaan aan de noordzijde van de Haagdijk naast de huisinge en erf van Anthonia Weens west en de huisinge en erf van Johannes Vrolans oost, achter noord komende met de hof tegen de Donkvaart. Pondboek nr. 1371 |