Den Roscam / de Swaenhals, brouwerij van 1620 tot 1660
Prinsenkade 9 - Pondboek 1497 – Kadastraal nummer A60
Tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) had de stad alle vertrouwen in het herstel van de economie. Aan de westzijde van de rivier werd een nieuwe kade aangelegd, de huidige Prinsenkade. In 1617 werden de erven aan deze nieuwe kade door de stad verkaveld en uitgegeven aan de hand van een kaart door landmeter Jacob Robbrecht Lips. Op de kavels 10 op deze kaart was toen reeds een huis gebouwd.
De eerste eigenaar van dit pand was een timmerman. Hij verkoopt al na enkele jaren het goed aan een uit Münster afkomstige brouwer. Deze geeft dezelfde timmerman opdracht tot het bouwen van een brouwerij op het achtererf. De brouwinstallatie koopt hij van een andere brouwerij. De ligging was gunstig voor de aanvoer van grondstoffen en de afvoer van producten. Bovendien was daarmee altijd voldoende water beschikbaar voor het brouwproces.
Vanaf 1621 heeft het pand de naam Roskam. De Roskam was een bekend uithangteken. Het hing vaak uit aan herbergen waar paarden gestald werden. In dit geval is deze naamsverklaring niet aantoonbaar van toepassing. Wellicht dat een van de eerste eigenaren de naam heeft overgenomen van een eerder bezit in de Karrestraat.
Deze brouwer gaat meerdere schulden aan. De schuldeisers verkopen het pand inclusief brouwerij. De nieuwe eigenaar verandert de naam van het pand in Swaenhals.
In 1660 is voor het laatst sprake van een brouwerij in de archiefstukken, waarna de brouwactiviteiten zijn gestaakt.
In 1653 zijn de brouwactiviteiten al gestaakt, waarna de brouwketel uit dit pand wordt verkocht. In latere aktes wordt gesproken van een poort of weg ten noorden van het gebouw, om hierdoor met wagens en karren door te rijden.
Prinsenkade 9-noord
Het pand Prinsenkade 9 bestond voorheen uit twee panden. In het noordelijk deel is omstreeks 1696 kortstondig een huisbrouwerij gevestigd geweest.
In 1802 in zelfde handen (Willem David Dompseler en daarna Jacob Hendrik Hoeuffs 1809)