De Roode Poort, brouwerij omstreeks 1570

Ginnekenstraat 26 – Pondboek 987 – Kadastraal nummer A805

Het pand de Roode Poort staat aan de westzijde van de Ginnekenstraat. Het pand heeft deze naam al sinds het begin van de 16de eeuw en heeft deze steeds behouden. Tussen dit pand en het naastgelegen pand Ginnekenstraat 16 is sprake van een gang, mogelijk dus oorspronkelijk afgesloten met een rode deur.
Achter in het westen grensde het perceel aan de rivier de Mark, wat gunstig was voor de aanvoer van grondstoffen en de afvoer van producten. Bovendien was daarmee altijd voldoende water beschikbaar voor het brouwproces.
Hoewel de eigenaren van dit pand er gedurende langere tijd bekend staan als brouwer, is er slechts één vermelding van een brouwerij bij dit pand, en wel in 1570.

26-4-1566

Cornelis Willem Hubrecht Egels, brouwer, heeft een schuld en verbindt hiervoor als onderpand zijn huijs De Rood Poorte opt Ghinnekenseijnde bij hem onlangs gekocht van Willem Cornelis Willem Beens.

22-4-1570

Cornelis Willem Hubrecht Egels, brouwer, en Lijsbeth Peter Cornelis van der Heijden zijn huisvrouw hebben een schuld bij Lenaerden Olivier voor de levering van gerst en mout. Zij zetten als onderpand onder andere hun huis, hof en erf genaamd de Roode Poorte met de brouwerij en andere toebehoorten, op het Ginnekenseind.

29-1-1594

Cornelis Willem Huijbrecht Egels en Lijsbeth Peter Cornelis Verheijden verkopen aan Sebrecht Sgrauwen, oud-burgemeester en nu schepen van Breda, thuijs en erve genaamd de Roode Poorte, met het achterhuijsen, hove en werve daar achter, opt Ghinnekenseijnde, naast Jan Peter Jan Goderssen huijs en erve zuid en de gang of weg tussen dit huis en het huijs van Christoffel Lambrechts en meer andere wooningen op de noordzijde, achter komende tot op de Marck

15-8-1595

Sebrecht Sgrauwen, schepen, verkoopt aan Jan Cornelis van Gorp thuijs en erve genaamd de Roode Poorte, mette achterhuijsken, hove ende werve daar achter staande en liggende

8-3-1612

Peter Cornelis Jan Raeuws, brouwer, bezit het huijs en erve genaamd de Roode Poorte

Peeter Cornelis Rauws is gehuwd geweest met Anneken Cornelis Peeters van Dongen. Beiden waren eerder getrouwd

20-2-1634

De erfgenamen van Anneken Cornelis van Dongen verkopen aan Mathijsen en Anthonisen Cornelis Mathijs Cnollaerts,broers, thuijs ende erve genaamd de Roode Poort, mette achterhuijsken, hove ende erve daar achter staande en liggende, gestaan opt Ghinnekenseijnde

7-5-1718

De erfgenamen van Antonij Cnollaerts verdelen de erfenis. Arent, Andries Davidt, Cornelis Gijsbrecht, Cornelia en Antonia Clara Cnollaerts wortden gezamenlijk eigenaar van eene huijsinge, hovinge, ganck, seven achterwooningen daar achter genaamd de Roode Poort, gestaan aan de westzijde van het Ginnekensijnde, naast de huijsinge en erve van de weduwe van doctor de Vroom zuid en het huijs en erve van de erfgenamen van Cornelis van Dooren noord, achter west komende tot op de rivier de Marcke

1721-1729

Tussen 1721 en 1729 koopt Andries David alle andere erfdelen van het huis van zijn broer en zusters.

24-12-1762

Martina Maria Strengh, weduwe van Andries David Knollaert, verkoopt aan Franciscus van den Elsacker, chirugijn, eene groote huijzinghe, agterhuijsinge, twee hovingen met de vruchtboomen in beide hoven staande, packhuijsinge, stallinge, groote pleijne en erve strekkende van agteren aan de Marck, genaamd de Roode Poort, gestaan aan de zuijtzijde (sic!) van de Ginnekenstraate, naast de huijsinge, brouwerije en erve genaamd de Twee Hoefijsers van Cornelis Kerstens zuid en noord ten dele de gemeenen gangh. De zeven achterwoningen worden separaat verkocht.

27-4-1775

Anna Moonen, weduwe van Franciscus van den Elsacker, verkoopt aan Gasper Jamez eene groote huisinge, agterhuijsinge, twee hovinge, pakhuijsingen, stallinge, groote pleijne en erve strekkende van achteren aan de Marck, genaamd de Roode Poort aan de zuidzijde (sic!) van de Ginnekenstraat, naast de huijsinge en brouwerije van Cornelis Kerstens zuid en noord ten dele den gemeenen gang aldaar

20-3-1818

Maria Johanna van Son, weduwe van Pieter Josephus Jamez, verkoopt ook namens haar kinderen aan Frederik Zencker, kapitein quartiermeester, eene huizinge, hovinge, pakhuis, lootsen, plein en erve mett het gebruik van de gemeenen gang daar noordwaard naast, genaamd de Roode Poort, gestaan op de westzijde van de Ginnekenstraat, zuid de heer van Reuth, west de Mark. Nummer B53

1830

Bij de invoering van de kadastrale administratie staat als oorspronkelijke eigenaar genoemd, F. Sencker, kapitein kwartiermeester, wonende te Haarlem

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven