Brouwerij Leerse / 's-Hertogenbosch, brouwerij van 1515 tot 1608
Tolbrugstraat 7 – Pondboek 636 – Kadastraal minuutplan A890
Het huis Tolbrugstraat 7 is tijdens de stadsbrand van 1490 verwoest. In 1496 Heeft Jan van Meersel het huis herbouwd en gedekt met ‘harden dak’, waarvoor hij een subsidie krijgt van het stadsbestuur. In 1515 vestigt zijn weduwe een cijns op haar huis, dan genaamd de Leerse, gelegen in de Lange Burgstraat of Tolbrugstraat. Voor de aanleg van de Nieuwstraat werd de straat vaak Lange Brugstraat genoemd. In deze akte is tevens sprake van een brouwhuis. Aan de achterkant in het zuiden grens het perceel aan de vaart, waarmee de Mosselkreek werd bedoeld. Tevens grens het perceel aan de stads vest. Deze ligging was gunstig voor de aanvoer van grondstoffen en de afvoer van producten. Bovendien was daarmee altijd voldoende water beschikbaar voor het brouwproces.
Vanaf 1541 is er ook sprake van een mouthuis. Een mouterij produceert mout op basis van granen, door het in water te weken waardoor het graan ontkiemt, en het daarna te drogen. Dit proces heet mouten. Mout wordt nog steeds gebruikt bij de productie van bier, jenever, whisky en een aantal voedingsmiddelen. Enkele jaren later is de eigenaar van het pand verhuist naar s’-Hertogenbosch. Na die tijd is het pand vernoemd naar die stad. Hij verkoopt het pand aan een zeepzieder, waarna er een zeepziederij en later een oliemolen worden gerealiseerd. Tot 1608 wordt de mouterij en het brouwhuis nog als zodanig benoemd, hierna verdwijnt deze kwalificatie volledig uit de archiefstukken.
1496 |
Janne van Meersel heeft zijn nieuw gebouwde huis en achterkamer voorzien van een hard dak |
19-1-1515 |
Sophie, Gherijt Jacopsen, weduwe Jans van Meersel, vestigt een cijns op haar huis en erfenisse met het brouwhuis en hovinge daaraan liggende genaamd de Leerse, gestaan en gelegen in de Lange Brugstraat naast Godert Boghemakers huis en erve west en Kathelijn Thielmans huis en erve oost, achter op de vaart |
11-5-1541 |
De erfgenamen van Sophie Gherijt Jacopssen verkopen aan meester Fransen van den Hanenberge 14/15 deel van het gehele huis, mouthuis, brouwhuis, houthuis, plein, hovinge en erffenisse met de weg en poort geheten de Leerse, gelegen in de Lange Brugstraat of Tolbrugstraat, naast het huis en erffenisse van de erfgenamen van Godert Boghe oost en Anthonis Godert Sprenckels huis west, achter zuid, strekkende van de straat tot aan de vaart en de stad vest en erve. Het resterende deel had de koper reeds in bezit |
30-10-1543 |
Meester Frans van den Hanenberghe, wonend te ’s-Hertogenbosch, verkoopt Mercelis Gherijtssen van Doirne, zeepzieder, het gehele huis, mouthuis, brouwhuis, houthuis, plein, hovingen en erfenisse geheten De Leerse, gelegen in de Tolbrugstraat |
9-8-1560 |
Mercelis van Deurne, zeepzieder, verklaart dat hij mety de burgemeetser en schepenen van Breda is overeengekomen dat zijn acherhuizen, in één waarvan hij een oliemolen zal stellen, dat de strtaat daarachter op het water komende verbreed en opgetrokken zal moeten worden. Hij betaalt hiervoor 200 gulden en moet de weg verbreden en uit het water op te trekken |
21-6-1580 |
Peter Willem Snellen, gehuwd met Elisabeth Mercelis Gherijt van Deurne, verklaart dat er een kwestie is gerezen tussen de weduwe en erfgenamen van Mercelis Gherit van Deurne en Anthonis Frans Anthonissen over twee glasen venster in een cosijn in de oostmuur van de weduwe haar huis genaamd s‘Hertogenbosch in de Tolbrugstraete die Anthonis vanwege uitval ’t licht niet mag betimmeren of verduisteren |
3-1-1591 |
De erfgenamen van Mercelis Gheerijtssen van Doirne verkopen aan Willem Janssen van Ghiffen, zeepzieder, de gehele huijsinge, mouthuis, brouwhuis, houthuis, inclusief de oliemolen in het mouthuis en de zeepziederij met alles wat daarbij behoort in het houthuis, plein. hovinge en erfenisse eertijds geheten de Leerse en nu s’Hertogenbosch. De zeepziederij is door Mercelis gebouwd. |
27-8-1591 |
Willem Janssen van Ghiffen, oud-schepen, verkoopt aan Jacop Mercelissen van Deurne, zeepzieder, het gehele huis, mouthuis, brouwhuis, houthuis, inclusief de oliemolen in het mouthuis en de zeepziederij met alles wat daarbij behoort, plein, hovinge en erfenisse |
20-2-1608 |
Cathelijn Jacop Mercelissen van Deurne, gehuwd met Willem Hanecop, verkoopt aan haar zus Anneken Jacop Mercelissen van Deurne, gehuwd met Cornelis Cornelis van Ghilse de 4/5 delen vanhet huis, mouthuis, brouwhuis, houthuis, zeepziederij en oliemolen in het mouthuis in de Tolbrugstraat |
27-1-1637 |
De erfgenamen van Cornelis Cornelis van Ghilse verkopen aan Louijs Jacop Fransen van ‘t Santerbuijten en Johanna Augustijn Borremans de huijsinge, oliemolen, zeeperije, poortkamer, achterhuijsinge, pakhuijs, logie, plein, hovinge en bleekveld genaamd ’s-Hertogenbosch, gestaan in de Tolbrugstraat |
10-3-1664 |
Louis Jacobsen de Vries, koopman, verkoopt aan de kinderen van Geerit de Wijs en aan zijn weduwe Anna Marcelis de huijsinge, oliemolen, zeeperije, poortkamer, achterhuijsinge, pakhuis, logie, plein, hof en bleekveld genaamd ‘s-Hertogenbosch |
21-6-1709 |
De erfgenamen van Cornelis de Wijse, koopman, verdelen de nagelaten boedel. Dionisius de Wijse verkrijgt de huijsinge, zeepziederij, pakhuizen en erf vanouds genaamd ’s-Hertogenbosch, gestaan aan de zuidzijde van de Tolbrugstraat, naast de huisinge, pakhuizen en erf vanouds genaamd de Drie Bellen en nu den Kolff van de erfgenamen van Johan van Erffrenten oost en de huijsinge en erf vanouds genaamd de Vijf Ringen van de erfgenamen van Johan van Riethoven west, achter zuid komende aan de marcke of rivier genaamd het Mosselvaartje |
18-4-1714 |
Dionisius de Wijse verkoopt aan zijn oom Johan de Wijse, koopman, een huijsinge, zeepziederij, pakhuizen en erf genaamd ‘s-Hertogenbosch, gestaan aan de zuidzijde van de Tolbrugstraat, naast de huijsinge en erf genaamd den Colf van de erfgenamen van Johan van Erffrenten oost en de huijsinge en erf genaamd de Vijff Ringen van de erfgenamen van Johan van Riethoven west, achter zuid komende aan de marcke of rivier het Mosselvaertjen |
12-11-1726 |
De erfgenamen van Johan de Wijse verkopen aan Paulus Snellen een huisinge, zeepziederij, pakhuizen, stallinge, plein, hof en erf, mitsgaders looghuis, ketel, breekmolen en kelders genaamd ‘s-Hertogenbos, gestaan aan de zuidzijde van de Brugstraat, naast de huisinge en erf van Johan van Erffrenden oost en de huijsinge en erf van de erfgenamen van Johan van Riethoven west |
17-8-1768 |
Margareta Geertruij van Beeck, weduwe van Paulus Snellen, verkoopt aan Helena van Dooren, weduwe van Pieter Heijblom, een huizinghe, zeepziederij, pakhuizen, stallinge, plein, hof en erf , mitsgaders looghuis, ketel, breekmolen en kelders, genaamd ’s-Hertogenbosch, gestaan aan de zuidzijde van de Brugstraat naast de huizinghe en erf van Maria van Erffrenten oost en de huizinge en erf van Gerardus Ignatius van Dunne west |
5-5-1792 |
Maria Catharina Heijblom, gehuwd met Johan Pieterse van der Lee, stelt als onderpand haar huisinge, pakhuisingen, stallinge, plein, hof en erf genaamd ‘s-Hertogenbosch, gestaan aan de zuidzijde van de Brugstraat naast de huizinge en erf van de erfgenamen van advocaat Jantzon oost en de huisinge van Gerardus Ignatius van Dunne west |
8-10-1818 |
Jan Pieter van der Lee, logementhouder, had een hypotheek op zijn huizinge, koetshuis, stal, hof en erf genaamd Hertog van Braband, gestaan in de Brugstraat (B267), oost naast de weduwe Jantzon-Noortberg, west de Roomsche gemeente |