Opgraving Princenhagelaan 2011

Archeologie
-5300 tot -50
BR 98 11 4 low BR 98 11 4 low

Het afschaven van de veen-en zandlaagjes op zoek naar de vuurstenen werktuigen

BR 98 11 5 low BR 98 11 5 low

De meest kansrijke vondstenlagen worden op een zeef gestort waarbij ook de kleinste objecten bewaard blijven.

BR 98 11 8 low BR 98 11 8 low

Eén van de oost-west georiënteerde werkputten met aan het eind de donkere beekdalvulling.

BR 98 11 1 low BR 98 11 1 low

Een waterkuil uit de IJzertijd

/

In opdracht van de van de gemeente Breda heeft het Bureau Cultureel Erfgoed tussen 16 mei en 17 juni 2011 een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op het te ontwikkelen bedrijventerrein Rithmeesterpark.
Dit onderzoek heeft twee vindplaatsen opgeleverd: een Mesolithische en een IJzertijd vindplaats. Zowel het beekdal van de ‘Bijloop’ als van de ‘Bochtloop Zuid’ zijn aangesneden. Ten oosten van de ‘Bochtloop Zuid’ bevindt zich de Mesolithische vindplaats, die zich concentreert op de locatie waar de beide beekdalen samenvloeien. Deze vindplaats is door dit onderzoek nauwkeuriger begrensd. Aan weerszijde van de ‘Bochtloop Zuid’ zijn sporen van gebouwen uit de IJzertijd aangetroffen.
Dit onderzoek sloot aan op de opgravingen die in 2005/06 hier hebben plaatsgevonden,voorafgaand aan de ontwikkeling van wat toen nog bedrijventerrein de Wig heette. Tijdens deze opgravingen werden in de nabijheid van de Bijloop al verrassende vondsten gedaan uit de Steentijd en IJzertijd.

BR 98 11 topo low
BR 98 11 1824 low
Het archeologisch onderzoek uit 2011 geprojecteerd op de huidige topografie en het kadastraal minuutplan van 1824. In grijs het eerdere onderzoek uit 2005 en 2006

Vuursteenvindplaats

Aan de oostzijde van de beek ‘Bochtloop Zuid’ lag een laag met veel vuursteen. Deze laag bleek gedeeltelijk afgeschoven te zijn in de beek waardoor op de rand van de beek het vuursteen gemengd is geraakt met het ijzertijdaardewerk dat in één van de bovenste vullingen van de beek aanwezig was. De vindplaats kan op basis van typologische kenmerken van het vuursteen gedateerd worden in de periode 5300-4400 v.C, op de overgang van het laat Mesolithicum naar het Neolithicum.

BR 98 11 VS1 low
BR 98 11 vs2 low

De hoeveelheid vuursteen is niet groot, maar wel divers. Mensen hebben hier ofwel een langere, aaneengesloten tijd vertoefd (variërend van enkele dagen tot enkele maanden), ofwel ze zijn hier gedurende een lange periode meerdere keren teruggekomen om verschillende activiteiten uit te voeren. Tot die activiteiten behoren de jacht, het schoonmaken en bewerken van huiden en leer.

BR 98 11 2 low
BR 98 11 3 low
Links het diepste niveau van het oude beekdal, met de typische gelaagdheid van veen en zand. Rechts het documenteren van de sporen en vondsten

Sporen uit de IJzertijd

Aan de westzijde van de kruising van beide beekdalen (werkput 1 en 2) lag een grote afvalkuil vol met aardewerk en houtskool. De diameter van deze afvalkuil is ongeveer zes meter en de kuil was nog 20 centimeter diep. In deze afvalkuil zijn 3641 fragmenten aardewerk gevonden. Het grootste aantal fragmenten bestaat uit kleine sterk gefragmenteerde brokjes aardewerk. 226 fragmenten zijn apart gehouden omdat ze versierd waren of omdat het rand-, oor- of bodemscherven bleken te zijn. De som van het geheel, geeft een datering in de tweede helft van de vroege IJzertijd en midden IJzertijd.

BR 98 11 AW1 low
BR 98 11 AW2 low
Randscherven van IJzertijd potten met de typische decoratie van vingerindrukken en veegpatronen

Sporen van diverse gebouwen

Ten westen en ten oosten van het beekdal van de Bochtloop werden een aantal paalsporen aangetroffen die behoorden bij gebouwen of schuren uit de late Bronstijd-vroege IJzertijd. Deze konden gedateerd worden door aardewerkscherven die zich in de sporen bevonden.

Deel dit artikel

Nieuwsbrief

Ook interessant

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven