Tussen 1510 en 1530 werd de Grote Kerk aan de oostzijde uitgebouwd met de Sacramentskapel, de Prinsenkapel en de kooromgang. De Sacramentskapel aan de zuidzijde van het hoogkoor bevatte een altaar voor het heilig Sacrament van Niervaart. Op kosten van graaf Hendrik III werd in 1520 begonnen aan de bouw van het nieuwe Herenkoor, noordelijk tegen het oude Herenkoor. Reeds in 1526 kon het altaar hier, met daarop het drieluik van meester Jan van Scorel, worden gewijd. Met de bouw van de kooromgang werd begonnen in 1526 en rond het midden van de zestiende eeuw was hij voltooid. De aanleg werd vooral gestimuleerd door de stad en niet door het kapittel of de graaf van Nassau. De kooromgang benadrukte zo vooral de status van de stad.
Laatste uitbreiding Grote Kerk
Ook interessant
Erfgoedweb is een initiatief van