Emerpad (Haagse Beemden)

Gebieden
1979 tot heden
1455 1455

Wethouders Wim van Dongen en Nico van Os op de fiets op het Emerpad, 2 augustus 1994. Foto: Johan van Gurp, BN De Stem. (Collectie BN De Stem, Johan van Gurp)

Dit fietspad, aangelegd in 1979, ligt tussen de Emerparklaan en de Emerput. Het Emerpad maakt stedenbouwkundig onderdeel uit van de Emerparklaan. Zie ook aldaar. Het eerste gedeelte, van de Emertunnel tot aan de Donktunnel, heeft het meest de bedoelde sfeer van een fietspad door een park. Verderop ligt het fietspad dicht langs de autoweg en is de werking minder.

De Emer

De oudste vermelding van de Emer is volgens de toponymist Chr. Buiks van 1415. Volgens hem betekent Emer nat land op de oever van een beek of werf langs een rivier dan wel kaai. Het gebied lag tegen de Mark. Er meerden wel eens schepen af, vooral met lading voor Gageldonk. Soms komt men ook tegen dat er lading getransporteerd moet worden naar de Emer, bijvoorbeeld eikenbomen uit het Liesbos. Het toponiem Emer komt verspreid in de Baronie voor en ligt altijd aan een water.

Fietstunneltjes

Vanaf het Emerpad splitsen zich veel fietspaden af die verder de Haagse Beemden in voeren. deze paden gaan met tunnels onder de Emerparklaan door. Ook deze tunnels zijn van officiële namen voorzien. De fietstunnel vanaf de Lunetstraat onder de Backer en Ruebweg door heet de Emertunnel (in de volksmond de Berenkuil). De eerste tunnel onder de Emerparklaan is de Walpadtunnel (in volksmond ook de Berenkuil), de tweede de Aardrijktunnel, de derde de Donktunnel en de vierde de Schapenpadtunnel (zie Schapenpad). Het Emerpad eindigt bij de Achter-Emertunnel onder de Moerlakenweg. Omdat de tunneltjes s avonds niet sociaal veilig waren zijn later alsnog naast de tunneltjes platte kruisingen aangelegd.

Fietspadennetwerk

Door de Haagse Beemden ligt een uitgestrekt fietspadennetwerk. De fietspaden bieden meestal uitzicht aan één of twee zijden op groen en water, maar leiden echter ook vaak langs achterzijden van huizenblokken. Dit is sociaal onveilig en het uitzicht op rommelige schuttingen is ook niet bevorderlijk voor het fietsplezier. Vaak ook zitten er gaten in het fietspadennetwerk en sluiten fietspaden onduidelijk op elkaar aan. Alle fietspaden en fietstunnels zijn voorzien van namen, maar borden ontbreken helaas vaak.

Literatuur

Chr. Buiks, Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage (nog uit te geven).
Gerard Otten, De straten van Breda (Breda, 1988).
L.J.M. Tummers en J.M. Tummers-Zuurmond, Het land in de stad, de stedebouw van de grote agglomeratie (Bussum, 2000).

Deel dit artikel

Nieuwsbrief

Ook interessant

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven