Na 1795 wist Teteringen zich in een langdurige strijd met Breda op te werken van dorp tot zelfstandige gemeente. Dat was vooral te danken aan het onvermoeide streven van Pieter van Ginneken, aanvankelijk secretaris en van 1810 tot 1832 maire en burgemeester van Teteringen. Van Ginneken was ook verantwoordelijk voor de bouw van het eerste raadhuis van Teteringen. Tussen 1821 en 1822 werd een woonhuis aangekocht en verbouwd tot raadhuis. Dit woonhuis stond op de plaats van de voormalige katholieke schuurkerk ten oosten van het Hoeveneind. Het is het tegenwoordige huis Zandgouw 6. Op het minuutplan van het kadaster uit 1824 staat het dorpshuis al aangegeven. Het gemeentebestuur heeft bijna vijftig jaar in dit raadhuis vergaderd. In 1870 kreeg het bestuur een ruimere behuizing aan het Hoeveneind in een herenhuis, dat voorheen pastorie was.
Eerste raadhuis van Teteringen
Ook interessant
Erfgoedweb is een initiatief van