Vrouwe van Breda
Cimburga van Baden is geboren op 15 mei 1450 en was de dochter van Karel I van Baden en Catharina van Oostenrijk. Op 19 december 1468 huwde ze in Koblenz met Engelbrecht II van Nassau, heer van Breda. Ze overleed in Breda op 5 juli 1501.
Bij de restauratie in 1996 van het gotische praalgraf van Engelbrecht I van Nassau en Johanna van Polanen werd onder andere de loden kist met de resten van Cimburga van Baden terug gevonden. Toen de loden kisten werden geopend, bleek dat het lichaam van Cimburga zeer goed bewaard was gebleven. Het lichaam was in een linnen lijkzak geplaatst en gewikkeld in een wasdoek. Verder vond men op het lichaam een gezichtsdoek en twee kinbanden met een geborduurde letter C daarop. Het textiel was met balsem of terpentijn doordrenkt.
Overlijden
Uit de bronnen blijkt dat op 4 juli 1501 een bode van Breda naar Brussel werd gezonden om Engelbrecht II te waarschuwen dat zijn vrouw erg ziek was. Op 5 juli was het al te laat. Er werden midden in de nacht twee boden te paard naar Brussel gezonden om Engelbrecht het bericht van de dood van zijn vrouw over te brengen. Broeder Claes van Mechelen, van de orde van Onze Vrouwe te Mechelen, was bij haar sterven aanwezig geweest en heeft haar waarschijnlijk de biecht afgenomen. In de rentmeestersrekeningen wordt uitvoerig verslag gedaan van haar begrafenis.