Tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog deed op voorstel van de dienst Openbare Werken de zogenaamde thematische straatnaamgeving zijn intrede in Breda. Straten werden genoemd naar bloemen, bomen, vogels, enzovoorts. Er moesten binnen korte tijd heel veel straten van een naam worden voorzien. Bovendien had men in deze tijd nog de illusie dat elke Bredanaar elke straat in Breda zou moeten kunnen vinden. Later ging men op voorstel van burgemeester Van Sonsbeeck ook straten noemen naar schilders, zeehelden en dichters. Het zeeheldenkwartier riep het glorierijke Hollandse verleden in herinnering.
In de jaren zestig van de vorige eeuw werd de thematische straatnaamgeving voor het laatst toegepast in Breda omdat het inmiddels werd beschouwd als saai en troosteloos.
Dieren
De Antiloopstraat kreeg zijn naam in 1955. In latere jaren werden in Brabantpark veel straten genoemd naar (grotendeels exotische) dieren. De grotere structuren kregen namen, ontleend aan oude toponiemen of werden genoemd naar Bredase bisschoppen.